Het Laatste Continent
Inhoud

 

Geschiedenis - Belgen in Antarctica

De jaren zestig en zeventig

 

Na de sluiting van de Koning Boudewijnbasis in 1961 blijven wetenschappers aan de regering vragen om het Belgische Antarctische programma voort te zetten. Uiteindelijk geeft de regering toe, vooral door de invloed van Gaston de Gerlache. Er is echter een voorwaarde: er moet samengewerkt worden met een ander Europees land. In 1963 wordt het Comité voor het Beheer van de Belgisch-Nederlandse Antarctica-expedities opgericht. Voorzitter is Gaston de Gerlache.

Op 21 januari 1964 komt de eerste Belgisch-Nederlandse expeditie, onder leiding van Luc Cabes, op de Koning Boudewijnbasis aan, of wat daar nog van overblijft. Meteen wordt werk gemaakt van de bouw van een nieuwe basis een paar honderd meter verderop.

 

Logo van de Nederlands-Belgische expeditie 1964-1965

Logo van de Nederlands-Belgische expeditie 1964-1965
(Foto © Hans Zijderveld)

 

Ook de wetenschappelijke observaties, die drie jaar hebben stilgelegen, worden voortgezet. Wat er allemaal onderzocht wordt: het weer, het geomagnetisme, de ionosfeer, het zuiderlicht, atmosferische elektriciteit, radioactiviteit, fauna en flora. Ook disciplines als fysiologie en geodesietopografie staan op het goed gevulde programma. Tijdens de volgende jaren verkennen vooral Hugo Decleir, Jean-Jacques Derwael en Tony Van Autenboer systematisch het Sør Rondanegebergte.

Tot 1967 is de nieuwe Koning Boudewijnbasis de draaischijf van het Belgische Antarctische programma. De tweede Belgisch-Nederlandse expeditie wordt geleid door Winoc Bogaerts. Tony Van Autenboer heeft het bevel over de laatste expeditie. In 1967 sluit de Koning Boudewijnbasis definitief haar deuren. (lijst leden Belgisch-Nederlandse Antarctica-expedities).

Toch betekent dit niet het einde van de Belgische aanwezigheid op het laatste continent. Er is nog wat geld over en tijdens drie zomerexpedities (1968, 1969 en 1970) werken Belgische wetenschappers samen met Zuid-Afrikaanse collega's op de SANAE-basis. Deze basis ligt op ongeveer duizend kilometer ten westen van de voormalige Koning Boudewijnbasis.

Het vaste team Van Autenboer-Decleir-Derwael bestudeert de Jutulstraumen, een gigantische gletsjer van bijna 200 kilometer lang, ongeveer 50 kilometer breed en op bepaalde plaatsen zeker 2 kilometer dik. De Belgen gebruiken ook voor het eerst systematisch een radio-echopeiler in Antarctica. Met dit toestel kunnen ze de dikte van het ijs op een meer betrouwbare manier meten.

De laatste Belgisch-Zuid-Afrikaanse expeditie (1970) eindigt rampzalig. Het vliegtuig (een Otter) doet een testvlucht, maar de piloot maakt tijdens de landing een inschattingsfout. De Otter smakt tegen het ijs en vat meteen vuur. De wetenschappers aan boord kunnen gelukkig tijdig het toestel verlaten. Maar al het kostbare materiaal en het onmisbare vliegtuig zijn onherroepelijk verloren. (lijst leden Belgisch-Zuid-Afrikaanse Antarctica-expedities).

Vanaf 1970 verliest België alle belangstelling voor Antarctica. In 1972-1973 neemt Bernard de Gerlache wel deel aan een Amerikaanse zuidpoolexpeditie. Pas in 1985 worden de Belgische activiteiten in het zuidpoolgebied hervat. Wetenschappers nemen deel aan expedities die georganiseerd worden door andere landen zoals Australië, Frankrijk, Japan, Groot-Brittannië...

 

Volgende pagina |
Terug naar overzicht hoofdstukken |

 

Naar boven