De oprichting
van de Koning Boudewijnbasis
Zestig jaar nadat de Belgica de haven van Antwerpen verliet
voor zijn historische reis naar Antarctica, wordt er opnieuw
een Belgische zuidpoolexpeditie voorbereid. Aanleiding hiervoor
is het Internationaal Geofysische Jaar. Twaalf landen nemen
eraan deel. Tussen 1 juli 1957 en 31 december 1958 zetten
ze geofysische waarnemingsprogramma's op in Antarctica.
Tijdens deze periode is de zonne-activiteit het grootst.
België neemt deel aan het project. Gaston de
Gerlache, de zoon van Adrien, leidt de tweede
Belgische Antarctica-expeditie uit de geschiedenis (lijst
expeditieleden).
De Polarhav verlaat de haven van
Antwerpen
Op 12 november verlaten de ijsbreker Polarhav
en de robbenjager Polarsirkel de haven van Antwerpen.
Aan boord zijn onder meer drie rupsvoertuigen, een vliegtuig
en een helicopter. Op 26 december 1957 komen beide schepen
in Queen Maud Land aan. Gedurende de volgende twee weken
bouwen de expeditieleden op 70°25'33" zuiderbreedte
het eerste Belgische wetenschappelijke station: de Koning
Boudewijnbasis.
Het logo van de expeditie werd ontworpen
door niemand minder dan Hergé
Daarna begint het belangrijkste werk: wetenschappelijk waarnemingen
doen. Jacques Loodts observeert het zuiderlicht,
Henri Vandevelde onderzoekt de ionosferische
lagen in de atmosfeer, Luc Cabes houdt
zich bezig met aardmagnetisme en Edgard Picciotto
bestudeert sneeuw en ijs.
Naast wetenschappelijk onderzoek op de basis zelf, trekken
de expeditieleden er ook af en toe op uit. Het Antarctische
binnenland is nog grotendeels terra incognita
en dit mag natuurlijk niet zo blijven.
De Koning Boudewijnbasis
In december bezoekt een deel van de expeditie het Belgica-gebergte.
Terwijl Loodts en de Gerlache in hun kamp blijven, maken
Antoine de Ligne en Charles Hulshagen
op 5 december een tochtje met het vliegtuig. Ze vliegen echter
tegen een te steile sastrugi aan. Het landingsgestel schiet
los en het vliegtuig maakt een onzachte landing op het
ijs. Er zit voor het viertal niets anders op dan de weg
naar de Koning Boudewijnbasis (250 kilometer) te voet af
te leggen. Door het grote aantal gletsjerspleten kunnen
de mannen slechts een twintigtal kilometer per dag opschieten.
Op de Koning Boudewijnbasis raakt men ongerust. Xavier
de Maere stuurt SOS-berichten naar de Noorse,
Amerikaanse en Russische basis. Hoewel ze op meer dan 2800
kilometer afstand zitten, laten de Russen snel weten dat
ze met een C47 op zoek gaan naar de verdwenen expeditie.
Op 15 december vinden ze het viertal.
Op 2 april 1959 koen de leden van de eerste Antarctica-expeditie
in Oostende aan. In de Koning Boudewijnbasis wordt Gaston
de Gerlache als expeditieleider afgelost door luchtvaartkapitein
Frank Bastin. Die heeft voor zijn vertrek
naar Antarctica de vzw Nationaal Centrum voor Poolonderzoek
(NCPO) in het leven geroepen. Het is tevens de eerste Antarctica-expeditie
van Tony Van Autenboer. Deze geoloog zal
onafgebroken tot 1961 op het bevroren continent blijven,
al is hij niet veel op de basis te vinden. Het grootste
deel van de tijd brengt hij in een tent in de bergen door
(lijst
leden tweede Antarctica-expeditie).
De derde Belgische expeditie op de Koning Boudewijnbasis
(maart 1960 - maart 1961) wordt aangevoerd door luchtvaartmajoor
Guido Derom. Hij ontdekt een nieuwe bergketen:
het Koningin Fabiolagebergte. Niet alle wetenschappers blijven
het ganse jaar in Antarctica. Om beroepsredenen verkiezen
sommige geleerden enkel tijdens de zomer naar de Koning
Boudewijnbasis te komen. Zij worden de 'toeristen' genoemd
en vormen de zomerexpedities IRIS I en IRIS II (lijst
leden derde Antarctica-expeditie).
Het Nationaal Centrum voor Poolonderzoek (NCPO) kan echter niet
genoeg geld bij elkaar krijgen om het Belgisch Antarctische
programma voort te zetten. Op 31 januari 1961 gaat de Koning
Boudewijnbasis officieel dicht.
Volgende
pagina |
Terug naar overzicht hoofdstukken
|
|