Het Laatste Continent
Inhoud

 

Geschiedenis - Expedities

De Southern Cross-expeditie van Carsten Borchgrevink

 

De Belgica van Adrien de Gerlache overwinterde als eerste in Antarctica (meer hierover). En al snel maakt hij school want in 1899 brengt ook Carsten Borchgrevink en de leden van zijn expeditie de winter op Antarctica door. Al is het deze keer echt met opzet. De Noor is al in 1895, samen met walvisjagers, in het zuidpoolgebied geweest. Hij wil echter terug om eindelijk eens die magnetische zuidpool te vinden. De Britse uitgever Sir George Newnes (1851-1910) financiert de expeditie. Zeer tot ongenoegen van Sir Clements Markham, voorzitter van de Royal Geographical Society. Markham probeert al jaren een Britse expeditie op poten te zetten. Eerst is een Belg hem voor en nu weer een Noor. En dan nog dankzij het geld van een Britse sponsor. Hoewel ze overwegend uit Noren bestaan, is de National Expedition van Borchgrevink officieel een Britse expeditie.

Carsten BorchgrevinkOp 22 augustus 1898 verlaat het schip de Southern Cross de haven van Londen. De expeditie bereikt, na een tussenstop in Tasmanië, op 17 februari 1899 haar doel, Cape Adare. Er worden twee hutten in elkaar getimmerd. De verblijfplaats krijgt de naam Camp Ridley (naar de moeder van Borchgrevink).

Op 1 maart vertrekt de Southern Cross terug naar het noorden. Tien mannen blijven achter: Carsten Borchgrevink, Louis Bernacchi, Nicolai Hanson, Hugh Blackwell Evans, Anton Fougner, William Colbeck, Ole Must, Persen Savio, Herlov Klovstad en Colbein Ellifen. Zij hebben het gezelschap van 75 honden. Het is trouwens de eerste keer dat honden gebruikt worden om de sleeën te trekken.

Borchgrevink heeft zijn doelstellingen mooi op een rijtje gezet. Vooreerst wil hij bewijzen dat de mens een Antarctische winter kan doorstaan. Verder moeten de wetenschappers zoveel mogelijk meteorologische en magnetische observaties doen. De Noor wil ook de magnetische zuidpool localiseren en indien mogelijk zelfs bereiken. Ten slotte zou de ontdekking van nieuwe planten- en dierensoorten ook mooi meegenomen zijn.

De expeditie wordt gekenmerkt door de voortdurende ruzie tussen Borchgrevink en de wetenschappelijke staf. Enkele ongelukkige beslissingen ondermijnen zijn geloofwaardigheid als expeditieleider. Zo is Cape Adare niet echt een geschikte plek om te overwinteren. Er is daar altijd een lage luchtdruk en het stormt er vaker dan op andere plaatsen aan de Antarctische kust.

 

Camp Ridley

Camp Ridley

 

Het wetenschappelijk onderzoek levert interessante resultaten op. Maar dat een expeditie in Antarctica niet zonder gevaren is, ondervindt het tiental ettelijke keren. Een uit het oog verloren kaars zorgt er bijna voor dat de hutten door brand in de as gelegd worden. Nog meer onheil wordt op het nippertje voorkomen. In de nacht van 31 augustus 1899 sterven Hanson, Ellifen en Bernacchi bijna de verstikkingsdood door de rook van steenkool die is blijven smeulen. Gelukkig is Bernacchi wakker geworden. Hij gooit meteen de deur open en redt zo zijn leven en dat van zijn twee medehutgenoten. Persen Savio valt op een keer in een gletsjerspleet maar kan eruit klimmen.

Maar het geluk blijft niet duren. Op 14 oktober 1899 sterft de zoöloog Nicolai Hanson een mysterieuze dood. Hij wordt op Cape Adare begraven en is zo de eerste die in Antarctica een laatste rustplaats krijgt.

Op 28 januari 1900 verlaat de kok Ellifen de hut om kolen te halen. Tot zijn grote verrassing loopt hij Bernhard Jensen, de kapitein van de Southern Cross, tegen het lijf. Hij komt de overwinteraars terug oppikken. Jensen opent de deur van de hut en maakt de rest van de expeditieleden wakker door luid "Post!" te roepen.

De eerste overwintering op het Antarctische vasteland is achter de rug. De expeditie echter nog niet. Er wordt nog een bezoek gebracht aan Possession Island en aan de Mount Terror. Dit laatste bezoek wordt bijna fataal voor Borchgrevink en Jensen. Een vloedgolf sleurt beide mannen bijna in zee.

Op 16 februari beklimmen Borchgrevink en twee andere expeditieleden de Ross Ice Shelf en maken een sledetocht tot 78°50' zuiderbreedte, een breedterecord op dat moment. De magnetische zuidpool wordt alweer niet gevonden, al hebben de wetenschappers wel kunnen uitrekenen waar hij ligt.

 

Volgende pagina |
Terug naar overzicht expedities |

 

Naar boven