Jules-Sébastien-César
Dumont d'Urville ontdekt Terre Adélie
De
expeditie van de Fransman Jules-Sébastien-César
Dumont d'Urville, de man die in 1820 de Venus van
Milo naar Frankrijk haalde, is ietwat bescheidener dan
deze van Charles Wilkes: twee
schepen, de Astrolabe en de Zélée,
deze laatste onder leiding van Charles Hector Jacquinot,
en een 180-tal manschappen.
Dumont d'Urville, een man van de wereld die vloeiend Engels,
Duits, Grieks, Hebreeuws, Italiaans en Spaans spreekt, heeft
als opdracht de Franse invloed in de zuidelijke oceaan uit
te breiden en, als er nog een beetje tijd over is, de magnetische
pool te ontdekken.
Op 21 januari 1839 landen een paar van zijn manschappen
op een klein eilandje dat een paar honderd meter verwijderd
ligt van het vasteland. Alle land dat ze in de verte zien,
wordt in naam van Frankrijk in bezit genomen en krijgt de
naam Terre Adélie, naar Adèle Dorothee, de
vrouw van Dumont d'Urville.
Plots slaat het weer om, het wordt kouder en uit angst ingevroren
te geraken, besluit Dumont d'Urville de zoektocht naar de
magnetische zuidpool te staken en terug noordwaarts te varen.
Onderweg bemerken ze in de verte een schip. Het is de
Porpoise, een schip van de expeditie van Wilkes,
dat op weg is naar het westen. Door een misverstand wordt er geen moeite gedaan
om met elkaar in contact te komen.
Volgende
pagina |
Terug naar overzicht expedities |
|