Het Laatste Continent
Inhoud

 

Geschiedenis - Expedities

De Endurance-expeditie van Ernest Shackleton

 

"Na de verovering van de zuidpool door Amundsen, die het met een kleine marge van slechts enkele dagen van de Britse expeditie onder leiding van Scott had gewonnen, bleef er nog maar een groot doel voor zuidpoolreizen over: het oversteken van Antarctica van zee naar zee." Met deze woorden verduidelijkt Ernest Shackleton waarom hij in 1914 terug naar Antarctica trekt. Het wordt een legendarische expeditie , een ongelooflijk avontuur dat Shackleton eeuwige roem zal bezorgen.

Shackleton vaart met twee schepen naar Antarctica. De Endurance heeft de Weddellzee als eindbestemming. Daar zal Shackleton en zijn expeditieleden de oversteek van het continent beginnen. Een ander schip, de Aurora, dat vanuit Tasmanië vertrekt, moet naar Cape Royds in de Rosszee varen. Zes man krijgen de opdracht het land in trekken om depots op te slaan en voorraden achter te laten voor de transcontinentale groep van Shackleton die van de andere kant komt.

Ernest ShackletonMaar bijna mag Shackleton een kruis maken over de Imperial Trans-Antarctic Expedition. Op 1 augustus 1914, wanneer de Endurance op het punt staat te vertrekken, verklaart Groot-Brittannië de oorlog aan Duitsland. Shackleton stelt aan de regering zijn bemanning ter beschikking om een torpedoboot te bemannen. Maar Winston Churchill, die dan minister van Marine is, wil daar niet van weten. "Ga door", laat hij telegrafisch weten. En zo verlaat de Endurance met aan boord 28 mannen en 69 honden op 8 augustus de haven van Plymouth.

Na een verblijf van een maand in het walvisstation Grytviken op South Georgia, bereikt het schip op 7 december de Weddellzee. De volgende zes weken zoekt de Endurance zich behoedzaam een weg naar het zuiden, omzeilt zigzaggend de ijsschotsen en breekt er soms dwars doorheen. Af en toe is er geen doorkomen aan en moet het terugvaren om elders een opening te zoeken.

Maar op 19 januari 1915 kan het schip geen kant meer uit. De plaats waar de expeditieleden normaal gezien aan land moeten gaan, ligt slechts een dagreis verderop. Maar het schip zit vast in het pakijs en drijft samen met dat pakijs van het land weg. In juni begint de donkerste tijd van het jaar. Afgezien van de maan en een paar uur vaag schemerlicht midden op de dag is er geen licht.

Op 9 juni krijgt de Endurance het zwaar te verduren. Het schip kreunt en kraakt onder de grote druk van de ijsplaten, maar houdt stand. Maar op 27 oktober is het voorbij. Het ijs rukt het kiel los en het water stroomt naar binnen. Shackleton geeft het bevel het schip te verlaten.

Tijdens de volgende dagen worden zoveel mogelijk onontbeerlijke zaken uit het zinkende schip gehaald: voedsel, kleding, brandstof. Op een stevige ijsschots wordt een kamp opgebouwd, Oceaankamp. Shackleton hoopt dat de drift van het pakijs hen naar het eiland Paulet zal voeren, waar Otto Nordenskjöld in 1902 een hut met noodrantsoenen heeft gebouwd.

 

De zinkende Endurance

De zinkende Endurance

 

Op 21 november verdwijnt de Endurance helemaal onder water. In december draait de wind plots en Shackleton ziet in dat ze Paulet Island nooit zullen bereiken. Hij besluit om naar het land te marcheren. Maar na een week hebben ze nog geen vijftien kilometer afgelegd. Hoewel het zomer is, wil het pakijs niet breken, zodat ze hun reddingssloepen over het ijs moeten slepen in plaats van ermee te varen.

 

Frank Hurley en Ernest Shackleton in Oceaankamp

Frank Hurley en Ernest Shackleton in Oceaankamp

 

Shackleton ziet dat het nutteloos is om verder te trekken en geeft de opdracht een nieuw kamp te bouwen, Kamp Geduld. Omdat ze niet meer van nut zijn en het voedsel dat ze eten te kostbaar is geworden, worden 27 honden doodgeschoten. Einde februari krijgen de hongerige mannen plots bezoek van een groep adéliepinguïns. Daarvan vangen ze er 300. Hun vlees wordt als voedsel gebruikt en de huiden als brandstof voor het fornuis. Op 30 maart worden de laatste honden doodgeschoten.

 

De reddingssloepen moeten over het pakijs gesleept worden

De reddingssloepen moeten over het pakijs gesleept worden

 

Op 8 april scheurt het ijs dan toch. De drie reddingssloepen worden onmiddellijk te water gelaten: de James Caird, de grote walvissloep, de Dudley Docker en de Stancomb Wills, de kleinste en minst zeewaardige boot. Vijftien maanden hebben de expeditieleden vastgezeten in het ijs, maar nu wordt hun situatie pas echt hachelijk…

 

James Caird

Na een verschrikkelijke tocht bereiken de drie boten Elephant Island. De mannen gaan uitgeput aan land. Sinds 5 december 1914, 497 dagen geleden, hebben ze geen voet meer aan land gezet. Enkele mannen zijn er erg aan toe. Perce Blackborrow en Herberht Hudson hebben zware bevriezingsverschijnselen. Louis Rickinson heeft een hartaanval gekregen.

Nu zitten ze wel op Elephant Island, maar daarmee zijn ze nog niet gered. Shackleton besluit met de James Caird naar South Georgia te varen om hulp te zoeken. Hij neemt vijf mannen mee: Frank Worsley, Tom Crean, Henry McNish, Timothy McCarthy en John Vincent. De tocht belooft geen lachertje te worden. Integendeel, de kans is groot dat ze het er niet levend vanaf zullen brengen. South Georgia ligt meer dan duizend kilometer verderop. Ze moeten met een zeven meter lange open boot in de winter de meest geduchte oceaan ter wereld oversteken. De mannen moeten windsnelheden van 120 kilometer per uur verduren en golven van meer dan achttien meter hoog overwinnen. Bovendien is hun bestemming een klein eilandje. Buiten een sextant, een chronometer en een kompas hebben ze geen navigatiemiddelen. Kortom, het lijkt een onmogelijke opdracht, maar het is de enige kans op redding. Frank Wild krijgt de leiding over de groep die op Elephant Island achterblijft.

 

De James Caird vertrekt naar South Georgia

De James Caird vertrekt naar South Georgia

 

De boottocht naar South Georgia is verschrikkelijk. Enerzijds moeten tegen ruwe golven opboksen, anderzijds moeten ze ervoor zorgen dat ze niet uit koers raken. Want als ze South Georgia missen, dan zijn ze helemaal verloren.

Op 30 april wordt hun situatie penibel wanneer er een storm uit het zuiden opsteekt. Het wordt een heel pak kouder en al het water in het schip en elk doorweekt stuk hout, zeildoek en touw bevriest onmiddellijk. De opvarenden moeten het ijs zo snel mogelijk wegbikken, anders zinkt hun boot door het gewicht.

Op 2 mei ziet Shackleton een streep heldere lucht achter zich en roept dat het eindelijk begint op te klaren. Maar wat hij zag is geen scheur in het wolkendek, maar de witte kam van een enorme golf. "Het was een reusachtige berg van oceaanwater, iets wat niet te vergelijken was met de hoge zeeën met witte koppen die al dagenlang onze onvermoeibare vijanden waren". Maar ook dit overleven ze, al hebben ze een uur nodig om te hozen.

Op 7 mei ziet McCarthy land. Ze hebben South Georgia bereikt. Een ongelofelijke prestatie. Later komen ze te weten dat een stoomschip van vijfhonderd ton met man en muis is vergaan in dezelfde orkaan die zij net hebben overleefd. Door de weersomstandigheden kunnen ze Grytviken niet bereiken. Ze gaan aan land aan de andere kant van het eiland.

Shackleton, Crean en Worsley besluiten na enkele dagen rust te voet het bergachtige eiland over te steken. Dit heeft nog nooit iemand gedaan. Na een uitputtende tocht bereiken ze het walvisstation, waar de directeur, de Noor Thoralf Sørlle, hen gastvrij ontvangt. Shackleton wil weten wanneer de oorlog is geëindigd. Sørlle antwoordt: "De oorlog is niet afgelopen. Er worden miljoenen mensen gedood. Europa is gek. De wereld is gek." De mannen die aan de andere kant van het eiland zijn achtergebleven, worden opgepikt. Nu moet enkel nog de groep op Elephant Island gered worden.

Op Elephant Island hebben de 22 mannen een hut gebouwd door de twee reddingsboten op hun kop op een meter hoge stenen muur te zetten. Vier maanden wachten ze vol ongeduld op hun redding. Maar ze zijn ook ongerust. Ze weten immers niet of Shackleton nog leeft. Blackborrow heeft nog steeds last van bevroren tenen. Er zit niets anders op dan die tenen te amputeren. Terwijl Alexander Macklin de narcose toedient, voert James McIlroy de operatie uit. Op 30 augustus zien ze in de verte een schip. Het is de Yelcho, een klein, stalen stoomsleepbootje dat de Chileense regering aan Shackleton heeft uitgeleend om zijn expeditieleden te redden.

Maar hoe vergaat het de Rosszeegroep onder leiding van Aeneas Mackintosh, die aan de andere kant van Antarctica voedseldepots moesten uitzetten waarvan de transcontinentale groep van Shackleton zou kunnen profiteren tijdens hun oversteek? Lees het op de volgende pagina...

Shackleton's Voyage Of Endurance (YouTube): deel 1 - deel 2

 

Volgende pagina |
Terug naar overzicht expedities |

 

Naar boven