België beschikt opnieuw over een wetenschappelijk station
in Antarctica. Op 15 februari 2009 werd de basis officieel geopend. De Belgische regering
keurde op 6 februari 2004 tijdens een ministerraad het voorstel
over de bouw van de basis goed. In 1967 sloot het laatste
Belgische station, de Koning Boudewijnbasis, wegens geldgebrek
zijn deuren. Het station, dat de naam Prinses Elisabethbasis
kreeg, en ter gelegenheid van het Internationale
Pooljaar 2007/2008 gebouwd werd, draait volledig op
duurzame energie.
De Prinses Elisabethbasis
(© foto: IPF)
Na eind jaren vijftig en de jaren zestig erg actief te
zijn geweest in Antarctica (zie rubriek Geschiedenis),
verloor België vanaf 1970 alle belangstelling voor
Antarctica. Pas in 1985 werden de Belgische activiteiten
in het zuidpoolgebied hervat en dit via de opstart van het
wetenschappelijk Antarcticaprogramma door Federaal Wetenschapsbeleid
(BELSPO).
Dit programma financiert reeds meer dan twintig jaar Belgische
onderzoekers voor de uitvoering van onderzoeksprojecten
op het gebied van klimaat, atmosfeer, (micro)biodiversiteit,
glaciologie, biocheochemie, paleoecologie,... (het huidige
budget bedraagt zo'n 6 miljoen euro voor 5 netwerkprojecten
van 4 jaar). Dit programma laat de Belgische onderzoekers
toe samen te werken met internationale onderzoekers en deel
te nemen aan expedities die georganiseerd worden door andere
landen zoals Australië, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië,
Japan...
In een externe evaluatie van het BELSPO Antarcticaprogramma
(1985-2002) werd de kwaliteit van de Belgische onderzoekers
internationaal erkend en werd tevens aanbevolen om, met
het oog op een grotere zichtbaarheid van België in
het Antarctisch Verdragsysteem, het Belgische Antarcticaonderzoek
voort te zetten en te voorzien in de financiering van logistieke
middelen.
In die context besloot de regering, op initiatief van de
International
Polar Foundation, tijdens een ministerraad op 6 februari
2004 de bouw van een nieuwe Belgische onderzoeksbasis op
Antarctica te ondersteunen. Op 19 mei 2006 maakte de Belgische
regering bekend dat ze voor de periode 2008-2009 3 miljoen
euro ter beschikking stelt aan BELSPO voor het beheer van
de Prinses Elisabethbasis en de onderzoeksprogramma’s.
De constructie van de basis kost ongeveer 6,4 miljoen euro,
waarvan 2 miljoen euro reeds door de Belgische regering
werd toegezegd. De rest werd door de IPF verzamelt via sponsoring
in de privé-sector en via publieke schenkingen.
Op 30 maart 2007 legde de ministerraad het wetenschappelijke
programma voor de periode 2008-2009 vast voor de Belgische
onderzoeksbasis in Antarctica. In het eerste seizoen geeft
de ministerraad voorrang aan projecten van wetenschappers
met terreinervaring en aan de lancering van een monitoringprogramma
voor geofysische observaties en klimaatobservaties in synergie
met het atmosferische en glaciologische onderzoek. Daarna
wordt het programma geleidelijk uitgebouwd in functie van
de logistieke voorzieningen na de selectie van projecten
via een officiële oproep en na evaluatie door buitenlandse
experts.
De Belgische onderzoeks- en interesseverklaringen die BELSPO
in 2005 en 2006 ontving vormen de basis voor het startprogramma.
Ze behandelen volgende onderzoeksdomeinen: (micro)biodiversiteit,
milieumonitoring, geologie, geofysica, glaciologie, meteorieten,
atmosferisch en klimaatonderzoek en onderzoek over het concept
van de basis.
De ministerraad gaf ook de toestemming om het monitoringmateriaal
voor een miljoen euro aan te kopen en om een officiële
oproep te lanceren voor internationale onderzoeksprojecten
die in samenwerking op de basis zullen plaatsvinden.
Begin mei 2007 gaf het Comité voor de Bescherming
van het Milieu (CEP) van het internationale Antarcticaverdrag
de definitieve toelating voor de bouw van de Belgische onderzoeksbasis.
De ministerraad van 1 juni 2007 keurde ten slotte het ontwerp
van partnerschapsovereenkomst tussen BELSPO en de IPF goed.
Dit ontwerp voorziet de schenking van de Belgische zuidpoolbasis
Prinses Elisabeth aan de Staat en belast BELSPO met de exploitatie
ervan. Het beheer van de basis zal verzekerd worden door
het Poolsecretariaat, dat onder de bevoegdheid valt van
BELSPO.
Als eerste stap zal de financiering van het onderhoud,
de werking en het wetenschappelijk onderzoek verzekerd worden
voor de jaren 2008 en 2009. De Prinses Elisabethbasis heeft
een levensduur van zo'n twintig jaar. Het is aan de volgende
regering om te beslissen of de financiering na 2009 verlengd
wordt.
Locatie
In 2004 vond een verkenningsexpeditie de geschikte locatie
voor de nieuwe Belgische basis. België zal de basis
neerpoten op 71°57' zuiderbreedte en 23°20' oosterlengte
aan de voet van het Sør-Rondanegebergte (Dronning
Maud Land). Na een tien dagen durende prospectie in Queen
Maud Land vond de Belare 2004-expeditie (Belare staat voor
Belgium Antarctic Research Expedition) onder leiding van
Alain Hubert en met de samenwerking van het Japans Nationaal
Instituut voor Poolonderzoek (NIPR) de ideale plaats in
de schaduw van de Utsteinen-nunatak die de basis zal beschermen
tegen de hevige wind.
Locatie van de nieuwe
Belgische basis
De onderzoeksbasis ligt op 180 kilometer van de voormalige
Koning Boudewijn-basis. In de buurt kunnen er gemakkelijk
kleine vliegtuigen landen en er is voldoende geschikte sneeuw
in de nabijheid om voor drinkwater te zorgen. De basis werd
neergepoot op een granieten richel die een tiental meter
boven de sneeuw uitsteekt over een lengte van 700 meter
en een breedte van 16 meter. De rotsachtige bodem zal het
gebouw ook de nodige stabiliteit bezorgen, waardoor de basis
zeker voor twintig jaar gebruikt kan worden.
De Utsteinen-nunatak.
Op deze granieten richel prijkt sinds einde 2008 de nieuwe
Belgische onderzoeksbasis
(© foto: IPF)
Voorbereidingen
De Belare 2004-expeditie installeerde ter plaatse al een
eerste permanent weerstation. Twee van de negen expeditieleden
brachten een bezoekje aan de sinds 1991 verlaten Japanse
Asuka-basis, zestig kilometer ten noorden van de Utsteinen-nunatak.
In november 2005 trok een expeditie naar Antarctica om
de bouw van een nieuw Belgisch onderzoeksstation verder
voor te bereiden. De BELARE 2005 Logistics Survey Expedition
bestond uit Frank Pattyn (ULB), Johan Berte en Alain Hubert
(International Polar Foundation) en Maaike van Cauwenberghe
(BELSO - Federale Wetenschapsbeleid).
Basiskamp van de Belare 2005-expeditie (©
foto: Johan Berte - IPF)
In januari 2007 verscheepte de Belare 2006/2007-expeditie,
onder leiding van Alain Hubert en met de hulp van vijf Belgische
militairen, een eerste lading materiaal voor de bouw van
de basis naar Antarctica. Er werd al een eerste windmolen
geplaatst die de basis van energie moet voorzien.
De eerste containers
op de plaats waar de Prinses Elisabethbasis zal komen (©
foto: IPF)
De basis werd in de zomer van 2007 in Brussel gebouwd en
getest. Het publiek kreeg de gelegenheid om de Prinses Elisabethbasis
dicht bij huis te kunnen bekijken.
De Prinses Elisabethbasis
in de gebouwen van Tour & Taxis in Brussel
(© Jeroen François / Het Laatste Continent)
Op 6 november 2007 vertrokken alle onderdelen van de basis
vanuit de haven van Antwerpen per schip naar Antarctica.
De Ivan Papanin
in de haven van Antwerpen (© Eddy De Busschere).
Valery Samodelov, de
kapitein van de Ivan Papanin (© Eddy De Busschere).
De constructie van de basis gebeurde tijdens de Antarctische
zomer 2007/2008. Hoewel het station op dit moment kan beschouwd
worden als operationeel (het eerste wetenschappelijke onderzoeksteam
is voorzien voor november 2008), moeten de interne systemen
van het station nog geïnstalleerd worden (waterzuivering,
elektriciteit, wetenschappelijke apparatuur en interne voorzieningen...).
Dit is de hoofdopdracht van de huidige Belare-expeditie,
die van start ging in november 2008. Op 15 februari 2009 werd de basis officieel geopend.
De Prinses Elisabethbasis
(© foto: IPF / Johan Berte)
Milieuvriendelijk design
Het Belgische onderzoeksstation is de allereerste Antarctische
basis die volledig op duurzame energie werkt. De basis heeft
vier windturbines en de futuristische basis maakt ook gebruik
van zonne-energie. Toch gaat dit niet ten koste van de functionaliteit,
het comfort en de veiligheid, dankzij het energie-efficiënte
design van het station. Er werd gekozen voor een hybride
gebouw. De garage en de voorraadkamers zitten ingegraven
in de sneeuw en beperken zodoende de lawaaihinder en de
visuele vervuiling.
Het hoofdgebouw is concentrisch opgebouwd. In het midden
zit de technische kern met alle temperatuurgevoelige en
kwetsbare installaties. Deze kern kan als het moet, bijvoorbeeld
in de winter wanneer het station onbemand is, zelfstandig
functioneren via een satellietverbinding met België.
De eerste laag rond de kern bevatten de actieve ruimtes
zoals het laboratorium, de keuken, de badkamer en de wasplaats.
Daarrond zitten dan weer de woon- en slaapkamers.
De afvalproductie wordt tot een minimum beperkt. Aangevoerd
voedsel wordt al op voorhand van de meeste verpakking ontdaan.
Afval verbranden is uit den boze. Omdat de basis weinig
brandstof verbruikt, kunnen de lege brandstofvaten gemakkelijk
terug naar Cape Town vervoerd worden, waar ze hergebruikt
kunnen worden.
De Belgische basis zal ook heel weinig afvalwater produceren.
Enkel voor het drinken, koken en douchen wordt er drinkbaar
water binnengehaald. Dat gebeurt door verse sneeuw te smelten
met milieuvriendelijke thermische zonnecollectoren. Voor
andere toepassingen, zoals de verwarming, de wasmachine
en de toiletten gebruikt de basis grey water. Dat
is water dat eerder gebruikt werd en daarna gezuiverd. Overschot
aan water wordt tot op een hoge graad gefilterd en daarna
geloosd in een randkluft, een diepe opening tussen
de rotsrichel en het permanente ijs, waar het onmiddellijk
bevriest en blijft zitten. Daardoor is schade aan het milieu
uitgesloten.
Meer informatie over de basis vind je op www.antarcticstation.org.
Een overzicht van de wetenschappelijke projecten kan je lezen op EducaPoles.
|