Deel
1: Een woelige reis naar Antarctica
Ik ben meteoroloog bij het KMI en werk in het Oceanografisch
Meteorologisch Station in Zeebrugge. Maar momenteel neem
ik vijf maanden verlof zonder wedde om te werken bij het
Bureau of Meteorology (dit is het KMI van Australië).
Zij hebben mij in dienst genomen om als meteoroloog te werken
in hun Antarctische basis Davis, die is gelegen op 68°
zuiderbreedte en 78° oosterlengte, net ten oosten van
de Lambert Glacier en de Amery Ice Shelf. Davis is een van
de drie basissen die de Australiërs op Antarctica runnen.
De andere zijn Mawson en Casey. Vanuit Davis maken we de
weervoorspellingen voor alle drie de locaties.
Ik ben op 3 oktober 2003 vertrokken uit België richting
Hobart, Tasmanië. De maand oktober was een maand vol
training en opleiding over allerhande procedures van veiligheid,
eerste hulp, wat te doen als het brand en andere gevallen
van nood. Ik heb ook een hele tijd doorgebracht op het weerbureau
zelf en dit om kennis te maken en vertrouwd te geraken met
de informatie die we in Davis gebruiken: computermodellen,
satellietontvangst, enzovoort. Maar daarover zal ik later
nog wel wat meer schrijven.
Op 3 november zijn we dan eindelijk met de Aurora Australis
uit Hobart vertrokken voor een veertien dagen durende bootreis
over de Zuidelijke Oceaan. Juist ja, met de diepste depressies
en de hoogste golven en aangezien ik hoegenaamd geen ervaring
had met wilde zeeën en ontembare stormen, was het toch
maar met een klein hartje dat ik Hobart steeds maar kleiner
zag worden.
De volgende dag was het al zover. Windkracht tien en de
golven sloegen algauw over het dek. En terwijl de kapitein
al fluitend achter zijn roer stond viel het een na het andere
slachtoffer. Ik probeerde op een heen en weer schuivende
bureaustoel nog het beste te maken van mijn weervoorspelling,
maar ook ik voelde me eerder een schotelvod dan een stoere
zeebonk. Maar na die eerste dag is het in stijgende lijn
gegaan. Een paar dagen later stond ik bij een deining van
tien meter naast de kapitein zijn leuke deuntje mee te fluiten.
De rest van de reis is onvoorstelbaar boeiend geweest,
de voorspellingen van weer en wind lukten heel goed. Die
zijn belangrijk om de koers te bepalen, in functie van de
deiningsystemen. Zeker toen we Antarctica begonnen te naderen
werd het erg spannend. De temperatuur zowel van de lucht
als van het zeewater daalde voortdurend, en al gauw kwamen
we de eerste ijsbergen tegen en voeren we in zee-ijs. Ook
de wildlife liet zich niet onbetuigd. Eerst en
vooral hadden we het gezelschap van albatrossen en stormvogels
(grote en kleine!) en op de ijsbergen of ijsschotsen durfden
er al eens wat pinguïns en robben zitten. Een enkele
keer zwommen er drie dwergvinvissen rond het schip. Die
dieren in de vrije natuur onverwachts te ontmoeten is toch
nog altijd heel speciaal.
Zondag 16 november vielen de motoren van de Aurora
Australis dan eindelijk stil. We waren nog een paar
kilometer door dik vast ijs gebroken, maar een viertal kilometer
voor Davis hield de kapitein het voor bekeken en konden
we eindelijk van op het schip Davis bewonderen met op de
achtergrond de Vestfold Hills en verderop het steil reizende
Antarctische Plateau. Maar algauw werd het grijs en begon
het te sneeuwen. Davis, dat nog gekend is als "de Rivièra
van Antarctica" deed zijn naam weinig eer aan.
Marc De Keyser poseert
voor de Aurora Australis
De volgende dag zijn we over het zee-ijs naar de basis
gestapt, nog steeds onder een grijze sneeuwhemel. De eerste
voetstap op Antarctica stelt men zich waarschijnlijk heel
romantisch voor, maar hier moest ik opletten dat ik niet
uitgleed in de modder! Ook de basis zelf deed eerder chaotisch
dan wel georganiseerd aan. Gebouwen van de eerste pioniers,
wooncontainers, nieuwe gebouwen, alles staat op het eerste
zicht kriskras door elkaar. Ook lijkt men hier het landschap
wat extra kleur te willen geven want alle buildings hebben
hier verschillende kleuren. Op de koop toe gaat men dit
seizoen een groot gebouw bijzetten zodat het nu helemaal
op een bouwwerf lijkt.
Davis Station (© foto: Marc De Keyser)
Ik wil niet negatief zijn want ik moet zeggen dat het comfort
en communicatie die we hier, op een zo geïsoleerde
plaats, te onzer beschikking hebben echt wel uitzonderlijk
zijn. Ik heb een kamer voor mij alleen, met telefoon en
internetaansluiting. Douche en toilet deel ik met nog twee
andere gasten. Voor Antarctica is dit echt een luxe, weet
je. Ik ben reeds tweemaal met the British Antarctic Survey
naar Rothera op het Antarctisch Schiereiland geweest en
daar hadden we één kamer voor vier mensen,
één douche voor dertig gasten, geen internet
en de telefoon was niet te betalen. Daarvan is het hier
dus echt wel ongelooflijk goed.
Marc De Keyser, 28 november 2003
Volgende
pagina |
Terug naar inhoudstafel |
|