Deel
6: Science in the Antarctic is cool
In onze atlas is Antarctica één groot, wit
continent van sneeuw en ijs. En voor een leek zoals jij
en ik, is ijs gewoon ijs. Maar vertel dit niet in het bijzijn
van een glacioloog (dan heb je dat ijs nodig voor op je
blauwe oog!). Het grootste gedeelte van dit witte goedje
is continentaal ijs, met andere woorden ijs dat het landoppervlak
van Antarctica bedekt. Dit ijs is, door duizenden jaren
van opeenhoping van sneeuw, op sommige plaatsen meer dan
4000 meter dik. Deze enorme massa ijs is ten gevolge van
de zwaartekracht voortdurend in beweging. Het verplaatst
zich van het hoogste punt in het binnenland naar de lager
gelegen gebieden van de kust en dit gebeurt met de bijna
ongelooflijke snelheid van 2 à 3 meter per dag. Ten
gevolge van zijn eigen compactheid en dikte zal het ijs
nog een eind verder bewegen boven het oceaanoppervlak vooraleer
het afbreekt en gigantische ijsbergen vormt.
Eens het continentaal ijs zich op het oceaanoppervlak bevindt,
wordt het een drijvende ijsplaat, die weliswaar nog steeds
verbonden is met het continentale ijs. Hoever de ijsplaat
zich uitstrekt over het wateroppervlak is in grote mate
afhankelijk van de vorm van de kustlijn. Als het landijs
terecht komt over een goed uitgesneden baai, dan kan dit
verscheidene honderden kilometer zijn. De Amery Ice Shelf,
in de buurt van onze basis, is ongeveer vijfhonderd kilometer
lang, maar dit is nog maar klein bier vergeleken met de
Ronne Ice Shelf en de Ross Ice Shelf (zie kaart van Antarctica).
Kaart van Antarctica
De laatste jaren worden we via de media overspoeld met
alarmberichten dat er opnieuw een supergroot stuk ijs van
Antarctica is afgebroken. Vele stemmen gaan op om dit toe
te schrijven aan de globale opwarming, met andere woorden
de toename van de globale gemiddelde temperatuur. Dit klinkt
allemaal vrij aannemelijk en logisch, maar volgens de wetenschap
is dit geen vaststaande waarheid zolang er geen bewijzen
zijn (waar hebben we dat nog gelezen?).
Om het fijne hiervan uit te vissen is de laatste jaren
het onderzoek in de richting van klimaatevolutie en de impact
daarvan op de grote ijsplaten sterk toegenomen. Ook hier
in Davis Station is er een team aanwezig dat zich bezig
houdt met dit onderwerp. In 2000 startte Mike Craven het
AMISOR-project. AMISOR staat voor Amery Iceshelf Oceanographic
Research. Mike is een sympathieke glacioloog die mij
op een gemoedelijke toon de hoogst technologische onderzoeksmethodes
ijskoud om de oren slaat.
Het oorspronkelijke AMISOR-project loopt over een periode
van vier Antarctische zomers en wil het volgende onderzoeken
en bestuderen:
- De dynamiek van de Amery Ice Shelf
- waar groeit ze aan (aanvriezingsproces)
- waar verkleint ze (afsmeltingsproces)
- De interactie tussen de Oceaan en de ijsplaat
- verzamelen van informatie (ivm temperatuur, saliniteit
en densiteit) van het zeewater onder de ijsplaat
- opmeten van de verandering van het water onder
de plaat
- De verandering van het klimaat
- door het nemen van sedimentstalen uit de bodem
van de oceaan onder de ijsplaat.
Om een zo globaal mogelijk beeld te krijgen boren ze elk
jaar op een andere locatie op de Amery Ice Shelf (zie figuur).
Het uitkiezen van deze plaats is niet zo eenvoudig want
men moet rekening houden met de staat van het oppervlak
van de ijsplaat. Er zijn heel veel plaatsen die doorkliefd
zijn met ijsspleten (crevasses in het Engels) en
om het enigszins veilig te houden voor mens en vliegtuig
is het best om die te vermijden.
De verschillende locaties
op de Amery Ice Shelf waar AMISOR geboord heeft of nog zal
boren.
Mike Craven en zijn team hebben deze zomer een vijftal
weken doorgebracht op de Amery Ice Shelf. Het neerpoten
van het kamp en het plaatsen van de boorinstallatie en de
meetinstrumenten namen het meeste tijd in beslag. Het "eigenlijke
boren" duurde één week. Het is in het
bestek van dit korte verslag niet de bedoeling om elk aspect
van het "boorproces" uit de doeken te doen, maar
toch zijn er enkele interessante details de moeite van het
vermelden waard.
De doorsnede van een
ijsplaat met het continentale ijs
De verschillende stappen
van het boorproces
Eerst en vooral, men werkt hier met een "warmwaterboor"
(hot water drill) en niet met een traditionele
boor met boorkop. Het eerste werk voor Mike en zijn mannen
is het vullen van de flubber. De flubber is een
groot bad met een verwarmingssysteem en een volume van ongeveer
8000 liter. Dit bad wordt gevuld met sneeuw, die geleidelijk
gesmolten wordt. Dit "warm" water wordt door een
lang buizensysteem geleid en gebruikt men om een eerste
gat van ongeveer 65 meter diep te boren (smelten). Uit dit
boorgat kan men voldoende smeltwater oppompen om het eigenlijke
gat te maken. Nu gaat men dwars doorheen de ijsplaat, wat
op deze plaats toch al gauw 500 meter betekent, en komt
men terecht in het zeewater.
De flubber
wordt gevuld met sneeuw. Deze sneeuw wordt gesmolten om
door een buizensysteem te leiden om het boorgat te kunnen
"smelten"
De boor wordt in het
boorgat geleid
Het boorgat
De lange darm met het
warm water wordt in het boorgat geleid
Als men zover is, kan men een lijn met meetinstrumenten
neerlaten tot op de bodem van de zee (onder de vijfhonderd
meter dikke ijsplaat bevindt zich nog 400 meter zeewater).
De naam van deze sondes is CTD, de C staat voor conductivity
waarmee men de saliniteit (of zoutconcentratie van het zeewater)
van het water meet, de T voor temperature en de
D voor density. Men kan twaalf uur aan één
stuk metingen uitvoeren, de volgende twaalf uur worden gebruikt
om het boorgat ijsvrij te houden. Dit regime houdt men vol
gedurende één week en tijdens deze week hoopt
men voldoende gegevens te verzamelen om een hele winter
zoet te zijn met het opmaken van diagrammen en zodoende
tot bepaalde nieuwe inzichten of besluiten te komen.
De tent waarin zich
de boor en de pomp bevinden
Het aflezen van de
informatie op het CTD-scherm
De pompinstallatie
Op mijn vraag wat hij het leukst vond tijdens die vijf
weken in "the middle of nowhere" antwoordde hij
meteen: "Christmas". Men moet weten dat die kerels
gedurende de hele periode dat ze op de Amery Ice Shelf verbleven
geen mogelijkheid hebben gehad om zich deftig te wassen.
Maar Kerstmis was een prachtige, zonnige en windstille dag
maar toch nog steeds met temperaturen van rond de min vijf
graden. Mike had het schitterende idee om het water in de
flubber op te warmen tot ongeveer 40 graden, en
toen zijn ze er met z'n allen ingesprongen en genoten van
hun enige bad in vijf weken tijd...
Mike en zijn mannen
vieren kerstmis in de flubber!
Marc De Keyser, 9 januari 2004
Volgende pagina
|
Terug naar inhoudstafel
|
|