|
Voor de meeste insecten is het klimaat van Antarctica te koud om in te leven. Er zijn maar zo'n 67 soorten insecten aangetroffen in Antarctica. De meeste zijn piepklein, kleiner dan 2 mm, en eerder parasieten, vergelijkbaar met vlooien. Ze nestelen zich in de vacht en vederen van dieren en zijn zo beter beschermd tegen het extreme klimaat.
De Belgica antarctica (foto: Tasteofcrayons / Wikimedia Commons)
Het grootste insect is de Belgica antarctica, een vleugelloos vliegje van 2 tot 6 milimeter lang. Als larf brengt het twee jaar bevroren in het Antarctische ijs door. Het eerste jaar verliezen de vliegjes de helft van hun lichaamsgewicht. De tweede winter overkomt hen dat nog eens. Bovendien verliezen ze zo’n 70 procent van hun water. Zodra ze uit de tweede winter komen zetten, zien ze er uit als gedroogde, heel kleine rozijnen. Wanneer je water over ze heen giet, staan ze op en gaan vrolijk verder. De insecten zijn zo’n zeven tot tien dagen druk met paren en eitjes leggen en daarna sterven ze.
Wetenschappers brachten het DNA van het kleine vliegje in kaart en deden een opmerkelijke ontdekking. Het genoom van de vlieg blijkt piepklein te zijn. Het bestaat uit slechts 99 miljoen basenparen. Het vliegje blijkt veel DNA-segmenten die geen eiwitten maken – ook wel junk-DNA genoemd – te missen.
De Belgica antarctica, werd einde 19de eeuw ontdekt tijdens de Belgica-expeditie onder leiding van Adrien de Gerlache, vandaar de wetenschappelijke naam van het vliegje.
Bronnen:
|
