Het Laatste Continent
Facebook Twitter E-mail Zoeken
Inhoud

 

Wetenschappen - Werken als piloot in Antarctica


Pagina 1 2 3 4

Nico Indeherberge maakte zijn droom waar en werkte tijdens de Antarctische zomer 2006-2007 als piloot in Antarctica. Een harde job, met nauwelijks rustdagen, maar toch vertrok de Belg een jaar later opnieuw naar het zuidpoolcontinent om voor het British Antarctic Survey te vliegen. En daar heeft de onweerstaanbare aantrekkingskracht van Antarctica veel mee te maken. Het Laatste Continent voelde Nico vlak voor zijn tweede vertrek aan de tand over zijn belevenissen in het diepe zuiden.


Hoe komt een piloot erbij om in Antarctica te gaan vliegen?

Eigenlijk kan je stellen dat het extreme mij aantrok in deze job. Toen ik vorige zomer eindelijk de kans kreeg om bij British Antarctic Survey (BAS) te beginnen als piloot was dat eigenlijk op zich al een hoogtepunt. Al vanaf het begin van mijn loopbaan als piloot voelde ik me aangetrokken tot dat soort operaties. Ik weet nog goed hoe ik met amper een paar honderd uur ervaring en een hoop naïviteit solliciteerde bij maatschappijen als Air Greenland of Maladivian Air Taxi in de hoop van nog een vleugje van het laatste echte pilotenwerk te kunnen opsnuiven. In realiteit stellen wij Belgen in die wereld helaas bitter weinig voor. Bij ons zijn er geen afgelegen, onherbergzame gebieden waar je de broodnodige ervaring kan opdoen om ook maar een schijn van een kans te maken voor zo’n job. En ook bij BAS heb ik verschillende keren moeten solliciteren alvorens ik vorige winter met hen mee mocht. Het was dus in de eerste plaats eerder het soort operatie dat mij aantrok. Dat het zich daarbij ook nog eens op de meest schitterende en afgelegen plek van deze aardbol afspeelt, is een fantastische bonus. Sommige plekken op het continent zijn zo moeilijk bereikbaar dat je het gevoel hebt dat enkel nog de maan verder weg is. Een vreemd gevoel hoor.

 

Nico Indeherberge

Foto: © Nico Indeherberge

 

Hoelang ben je in Antarctica gebleven?

Mijn tocht naar ginder begon begin september 2006. Eerst moest ik het klassieke parcours volgen. Aan het begin van elk seizoen houdt BAS in Girton College in Cambridge een “Antarctic Conference”. De tien dagen daar bereiden je in grote lijnen voor op je verblijf op een van de onderzoeksstations van BAS. Alle facetten die het werken en leven daar zo extreem maken komen aan bod: kleding, voedsel, medische ingrepen, kampeer-, klim- en reddingstechnieken en nog zo veel meer. De praktische zaken zoals de eerste hulp bij ongevallen en de field training zijn bijzonder grondig. Eigenlijk verwachten ze van je dat je met de dokter aan de andere kant van de radio ingrepen kan uitvoeren die noodzakelijk zijn om een patiënt in leven te houden. Daarnaast moet je ginder zelfstandig kunnen kamperen en iemand uit een gletsjerspleet kunnen redden.

Na de conferentie trok ik naar Toronto in Canada voor het eerste deel van de vliegopleiding, het tweede deel vond in Groot-Brittannië plaats. Begin november 2006 was het tijd voor de ferryvlucht. De vliegtuigen stonden in Oxford (Engeland) voor hun jaarlijkse groot onderhoud en moesten dus overgevlogen worden naar Rothera in Antarctica. Met de Twin Otter betekent dit al snel een tocht van 10 tot 11 dagen. Eigenlijk was die vlucht op zich al de moeite waard. Wij deden na Oxford, Porto, Tenerife, Capo Verde, Natal, Rio, Montevideo en Stanley aan alvorens wij toekwamen op onze bestemming. Ik ben tot einde februari in Rothera gebleven en ben met een militaire vlucht teruggekeerd naar België.

 

Volgende pagina >>

 

Naar boven