Pagina 1 2
3 4
Nico Indeherberge maakte zijn droom waar en werkte
tijdens de Antarctische zomer 2006-2007 als piloot
in Antarctica. Een harde job, met nauwelijks rustdagen,
maar toch vertrok de Belg een jaar later opnieuw naar het zuidpoolcontinent
om voor het British Antarctic Survey te vliegen. En daar
heeft de onweerstaanbare aantrekkingskracht van Antarctica
veel mee te maken. Het Laatste Continent voelde Nico vlak voor zijn tweede vertrek aan
de tand over zijn belevenissen in het diepe zuiden.
Hoe komt een piloot erbij om in Antarctica te gaan
vliegen?
Eigenlijk kan je stellen dat het extreme mij aantrok in
deze job. Toen ik vorige zomer eindelijk de kans kreeg om
bij British
Antarctic Survey (BAS) te beginnen als piloot was dat
eigenlijk op zich al een hoogtepunt. Al vanaf het begin
van mijn loopbaan als piloot voelde ik me aangetrokken tot
dat soort operaties. Ik weet nog goed hoe ik met amper een
paar honderd uur ervaring en een hoop naïviteit solliciteerde
bij maatschappijen als Air Greenland of Maladivian Air Taxi
in de hoop van nog een vleugje van het laatste echte pilotenwerk
te kunnen opsnuiven. In realiteit stellen wij Belgen in
die wereld helaas bitter weinig voor. Bij ons zijn er geen
afgelegen, onherbergzame gebieden waar je de broodnodige
ervaring kan opdoen om ook maar een schijn van een kans
te maken voor zo’n job. En ook bij BAS heb ik verschillende
keren moeten solliciteren alvorens ik vorige winter met
hen mee mocht. Het was dus in de eerste plaats eerder het
soort operatie dat mij aantrok. Dat het zich daarbij ook
nog eens op de meest schitterende en afgelegen plek van
deze aardbol afspeelt, is een fantastische bonus. Sommige
plekken op het continent zijn zo moeilijk bereikbaar dat
je het gevoel hebt dat enkel nog de maan verder weg is.
Een vreemd gevoel hoor.
Foto: © Nico
Indeherberge
Hoelang ben je in Antarctica gebleven?
Mijn tocht naar ginder begon begin september 2006. Eerst
moest ik het klassieke parcours volgen. Aan het begin van
elk seizoen houdt BAS in Girton College in Cambridge een
“Antarctic Conference”. De tien dagen daar bereiden
je in grote lijnen voor op je verblijf op een van de onderzoeksstations
van BAS. Alle facetten die het werken en leven daar zo extreem
maken komen aan bod: kleding, voedsel, medische ingrepen,
kampeer-, klim- en reddingstechnieken en nog zo veel meer.
De praktische zaken zoals de eerste hulp bij ongevallen
en de field training zijn bijzonder grondig. Eigenlijk verwachten
ze van je dat je met de dokter aan de andere kant van de
radio ingrepen kan uitvoeren die noodzakelijk zijn om een
patiënt in leven te houden. Daarnaast moet je ginder
zelfstandig kunnen kamperen en iemand uit een gletsjerspleet
kunnen redden.
Na de conferentie trok ik naar Toronto in Canada voor het
eerste deel van de vliegopleiding, het tweede deel vond
in Groot-Brittannië plaats. Begin november 2006 was
het tijd voor de ferryvlucht. De vliegtuigen stonden in
Oxford (Engeland) voor hun jaarlijkse groot onderhoud en
moesten dus overgevlogen worden naar Rothera
in Antarctica. Met de Twin Otter betekent dit al snel een
tocht van 10 tot 11 dagen. Eigenlijk was die vlucht op zich
al de moeite waard. Wij deden na Oxford, Porto, Tenerife,
Capo Verde, Natal, Rio, Montevideo en Stanley aan alvorens
wij toekwamen op onze bestemming. Ik ben tot einde februari
in Rothera gebleven en ben met een militaire vlucht teruggekeerd
naar België.
Volgende
pagina >>
|