Het Laatste Continent
Facebook Twitter E-mail Zoeken
Inhoud

 

Wetenschappen - Werken als piloot in Antarctica


Pagina 1 2 3 4


Je kan waarschijnlijk heel wat straffe verhalen vertellen over wat je daar allemaal hebt meegemaakt?

Elke dag ginder is speciaal. Als ik door mijn logboek van die periode blader, kan ik mij bijna nog elke vlucht in detail herinneren. Als je me daarentegen iets vraagt van een vlucht van vorige maand naar Londen, dan zal ik toch al goed moeten nadenken hoor.

Alles is anders, extreem en zo verdomd mooi. Heel het continent grijpt je simpelweg bij de strot en nijpt hem zachtjes dicht. Zo herinner ik mij bijvoorbeeld een vlucht, laat op het seizoen, van Berkner South naar Blue Fields (twee depots in de buurt van de Ronne Iceshelf) waarbij we rakelings over het zee-ijs vlogen. Het was laat en de zon kwam al laag aan de horizon. Hier en daar hing een mistbank waar we doorvlogen en de kleuren waren zo intens en warm. Naast mij zat een ervaren bergbeklimster. Zij heeft expedities gedaan over heel de wereld. Europa, Afrika, de Himalaya... you name it, she did it. Wel, ze was zo overweldigd door de schoonheid dat ze gewoon is beginnen huilen van geluk. Ik heb van zoveel mensen die met mij meevlogen de reactie gekregen dat het een van de mooiste momenten uit hun leven was. En weet je wat? Ik geloof hen, want voor mij was dat dikwijls ook zo...

 

Zonsondergang

Foto: © Nico Indeherberge

 

Over de hachelijke momenten spreek ik eigenlijk niet zo graag. Dat komt omdat mensen zoiets van ‘wauw’ hebben. En daar is niets mis mee; er zijn situaties waarvan ik ook denk: “Amaai, toch stoer hé”. Maar daar gaat vliegen niet over en zeker niet daar. Mijn chief pilot zegt: “Nico, if you wanna survive the Antarctic, you need a big yellow streak”. Je moet bang en laf durven zijn hier. En hij heeft meer dan gelijk. Laat me daar aan toevoegen dat Antarctica de plek is waar helden sterven en meestal geen graf krijgen. Er is zo weinig ruimte voor fouten en zelfs een klein ongeluk kan dodelijk zijn omdat de kans bestaat dat het te lang duurt voor je hulp krijgt, als ze je al vinden. Daarnaast ben ik nooit fier geweest op stoere verhalen omdat ik altijd probeer te denken van wat ik anders had kunnen doen om die situatie te vermijden. Niet dat je het altijd zelf in de hand hebt, maar je kan er wel altijd van leren.

 

Wat deed je in je weinige vrije tijd?

Op Rothera hebben we een heus skigebiedje waar we met sneeuwscooters de skiërs naar boven trekken. Heel leuk en ongelooflijk om op zo’n plek te kunnen skiën. Jammer genoeg heb ik daar dus niet zoveel tijd voor gehad. Daarnaast is er de ‘freetravel zone’ rond het kamp waar je kan wandelen, scooteren of wat je maar wil. Dat is tevens de enige plek waar het toegelaten is om in je eentje dingen te ondernemen. Daarbuiten moet er altijd een ‘field assistant’ mee. Echt op je eentje de boel gaan verkennen is er dus niet bij, veel te gevaarlijk. Maar ik moet eerlijk toegeven dat ik daar in mijn vrije tijd ook niet echt behoefte aan had hoor. Als piloot zat ik zoveel in het veld dat ik op mijn vrije dagen liever wat las of een dvd’tje keek, wat ik dus spijtig genoeg maar twee dagen heb kunnen doen...

 

Slapende Nico

Foto: © Nico Indeherberge

 

Had je veel contact met de wetenschappers die er werkten? En met het andere logistieke personeel?

Eigenlijk is het één grote familie daar, iedereen kent iedereen. Als je met een groepje voor een tijdje het veld in gaat word je alleen maar closer. Niet dat het allemaal boezemvrienden worden of moeten zijn, maar voor zolang het duurt zijn het wel de enige mensen om je heen. Close contact is dan ook onvermijdelijk. Je doet zowat alles samen, van eten, werken tot slapen. En als je ergens op een grote ijsvlakte bent, is zelfs naar het toilet gaan geen privéaangelegenheid meer. Je praat dan ook over van alles en nog wat en meestal ken je elkaar wel redelijk goed na een tijdje.

 

De wetenschappers die je her en der 'op het terrein' moest afzetten en terug oppikken, wat voor onderzoek deden zij?

De wetenschappers die via B.A.S werken zijn actief in een breed spectrum. De onderzoeken die gedaan worden zijn zo gevarieerd. Naast fauna en flora wordt de atmosfeer van hoog tot laag onderzocht. Meteorologen doen waarnemingen. Er worden boringen in het ijs gedaan om er sporen uit het verleden in te vinden. Geologen zijn actief in de bergen. Fossielen zijn er op sommige plaatsen in overvloed. Er wordt onderzocht hoe snel de ijsmassa’s verschuiven. Dit laatste gebeurt vanuit de lucht of van op de grond. Het is echt gewoon te veel om op te noemen.

 

Was Rothera een aangename basis om in te leven?

Rothera is een schitterend kamp. Per kamer, die je met twee deelt, is er een badkamer met toilet en douche. In een tweede blok wordt er gegeten en geleefd en in nog andere blokken wordt er gewerkt. Deze modules hebben als voordeel dat er bij bijvoorbeeld een brand niet alles kan verwoest worden en er dus altijd accommodatie beschikbaar blijft in geval van nood. Er is een uitgebreide bibliotheek, een behoorlijk aanbod aan video’s en dvd’s. Je kan er voetballen, badmintonnen, tafeltennis spelen... Er is zelfs een sauna.

Er wordt voor je gekookt door 3 chefs en die slagen erin om toch wel regelmatig een feestmaal te voorschijn te toveren. Waar ze de ingrediënten halen weet ik niet maar het smaakt. Riet Van de Velde (de Belgische kok op Rothera – lees een interview met hem) was soms een verademing voor mij. Niet enkel heb ik genoten van zijn kookkunsten, maar het was super om soms gewoon even Vlaams te kunnen babbelen...

 

Waar heb je het meeste van genoten?

Naast het vliegen? Eigenlijk van alles maar toch ook van het oprechte contact met sommigen op het thuisfront.

 

Twin Otter

Foto: © Nico Indeherberge

 

Was dit avontuur voor herhaling vatbaar? Heb je al nieuwe plannen in die richting?

Eerst dacht ik van niet. Toen ik thuis kwam dacht ik: nooit meer. Dat had eigenlijk te maken met een nogal pijnlijke persoonlijke ervaring op het thuisfront. Maar ja, wat zegt men: in nood leert men zijn vrienden kennen en dat is in de liefde eigenlijk niet anders.

Nu ja, na een poosje begon ik het vliegen echter zo te missen dat het voor mezelf al vlug vast stond dat ik terug moest. Dus ben ik nu volop bezig met de voorbereidingen voor het volgende seizoen. Midden augustus ben ik naar Calgary gegaan waar de Twin Otters onderhouden worden om ze te testen. Momenteel (september 2007, nvdr) vertoef ik voor een maand in Toronto om mijn opleiding Dash 7 te krijgen, want B.A.S vroeg me om tevens kapitein te worden op dat type. En daarna ergens in oktober terug naar het zuiden. Het zal dus heel druk worden, en daar bovenop vlieg ik tussendoor nog wat voor VLM op de Fokker 50, dus ik weet wel wat te doen.

Veel succes!

 

Naar boven