Roald Amundsen
Roald
Engebreth Gravning Amundsen wordt op 16 juli 1872 geboren
in Hvidsten, in de buurt van Sarpsborg (Noorwegen). Hij
komt uit een familie van welgestelde zeevaarders. Zijn vader
Jens, een kapitein, huwt in 1863 met Hanna Henrikke Gustava
Sahlquist. Zij krijgen vier zonen: Jens Ole Antonio (Tonni
voor de vrienden), Gustav Sahlquist, Leon Henry Benham en
ten slotte Roald.
Drie maanden na Roalds geboorte verhuist het gezin naar
de Noorse hoofdstad Christiania (nu Oslo genoemd). Roald
houdt van de natuur en speelt vaak buiten. Hun huis ligt
vlak aan een bos en daar brengt hij met zijn vrienden (waaronder
de latere poolreiziger Carsten Borchgrevink) zijn kinderjaren
door. Al snel leert Roald, zoals elke Noors kind, skiën.
Het gezin Amundsen keert vaak terug naar het aan zee gelegen
Hvidsten, waar de jonge Roald zich vergaapt aan de schepen.
Roald krijgt op die manier al vlug de smaak van het zeemansleven
te pakken. Zowel de sneeuw als de zee spreken hem aan. Dit
zal later van pas komen.
De jonge Roald Amundsen
Dromen van een leven als poolreiziger
In 1886 sterft vader Jens op zee tijdens zijn terugkeer
van Frankrijk naar Noorwegen. Roald zoekt troost in de literatuur
en ontdekt zo de boeken van de legendarische noordpoolreiziger
Sir John Franklin. Zijn leven maakt zo'n grote indruk op
Roald dat hij ook poolreiziger wil worden. Dit gevoel wordt
alleen maar versterkt wanneer hij op de kade de triomfantelijke
terugkeer van Fridtjof Nansen met eigen ogen mag aanschouwen.
Nansen stak in 1888 met vijf andere poolreizigers als eerste
de ijskap van Groenland over. Belangrijker waren de nieuwe
technieken die hij introduceerde. Hij ontwikkelde een nieuw
soort slee (op ski's). Hij vond een nieuwe kookpan uit.
En van nog groter belang: hij ontdekte dat je in de poolgebieden
het best op ski's kon reizen.
In 1890 begint Amundsen geneeskunde te studeren aan de
universiteit van Christiania. Dik tegen zijn goesting, maar
op aandringen van zijn moeder. Maar de studies willen om
twee redenen niet vlotten. Zijn moeder sterft en in 1892
begint Nansen opnieuw aan een spraakmakende expeditie. Met
een speciaal voor de expeditie ontworpen schip (de Fram)
wil hij als eerste de geografische noordpool bereiken. Dit
lukt hem niet, maar waar hij onbewust wel in slaagt, is
de 'geboorte' van een andere legendarische ontdekkingsreiziger.
Amundsen zegt zijn studies voorgoed vaarwel en is vastbesloten
ook poolreiziger te worden.
Avonturen in het hoge noorden en het diepe zuiden
In 1896 is Adrien de
Gerlache in het Noorse Sandefjord om het schip de Patria,
dat hij later omdoopte tot Belgica, te kopen voor
zijn expeditie naar Antarctica. Amundsen is op dat moment
toevallig ook in deze havenstad. Wanneer hij van de plannen
van de Gerlache hoort, stelt hij zich kandidaat om mee te
mogen gaan naar Antarctica. De Belg neemt hem aan en benoemt
hem tot tweede luitenant. En op die manier belandt Amundsen
begin januari 1898 voor het eerst in het zuidpoolgebied
(meer over
de Belgica-expeditie).
Terug in Noorwegen behaalt Amundsen in 1900 zijn brevet
als kapitein van de koopvaardij. Het is zijn ambitie om
als eerste de noordwestelijke doorvaart te voltooien (via
de Beringstraat naar de Grote Oceaan). In 1903 vertrekt
hij met de Gjöa met zes andere Noren naar
het hoge noorden. Twee winters verblijven ze op King William
Island (in het noordwesten van de Hudsonbaai). Amundsen
lokaliseert er als eerste de magnetische noordpool. Ook
steekt hij veel op door de plaatselijke bevolking, de Inuit,
te observeren. Zo leert Amundsen hoe de sleden door hondenteams
te laten voortrekken, welke kleding gepast is om te dragen
in barkoude gebieden, en welk voedsel het meest voedzaam
is. Al deze kennis zal later zeer van pas komen…
Einde 1905 bereikt de Gjöa de Stille Oceaan.
Waar zijn grote voorbeeld John Franklin niet in slaagde,
lukt Amundsen wel: als eerste door de noordwestelijke doorgang
varen.
Roald Amundsen aan boord van de Gjöa
Zijn volgende doel is als eerste de geografische noordpool
te bereiken. Hij leent hiervoor de Fram van Fridtjof
Nansen uit. Maar in april 1909 raakt het nieuws bekend dat
Robert Peary hem voor is geweest. Gelukkig heeft de aarde
twee polen. De geografische zuidpool is nog niet bereikt.
Snel verandert Amundsen zijn plannen en zet koers richting
zuiden. Hij moet zich haasten, want ook de Brit Robert
Falcon Scott heeft dezelfde intenties als Amundsen.
De race naar de geografische zuidpool is begonnen.
In januari 1911 bereikt de Fram de Bay of Whales. Op 14
december staat Amundsen, samen met Olaf Bjaaland, Oscar
Wisting, Sverre Hassel en Helmer Hanssen, als eerste op
de geografische zuidpool (meer
over deze succesvolle expeditie).
Drie beroemde poolreizigers op een rij: Roald Amundsen, Ernest Shackleton en Robert Peary
Amundsen zal nooit meer naar Antarctica terugkeren, maar
richt zijn pijlen voortaan op het noordpoolgebied. In juli
1918 leidt hij de wetenschappelijke Maud-expeditie.
Maar de Maud raakt verschillende keren vast in
het ijs, waardoor de expeditieleden drie keer moeten overwinteren
aan de Noord-Siberische kust. Op wetenschappelijk gebied
is het avontuur een succes, maar de geografische noordpool
blijft op Amundsens verlanglijstje staan.
Als het met schepen niet lukt, dan maar met het vliegtuig,
moet Amundsen gedacht hebben. De schatrijke Amerikaan Lincoln
Ellsworth financiert de aankoop van twee luchtschepen. Na
een paar mislukte pogingen, waagt Amundsen het in 1926 opnieuw.
Op 11 mei vliegt de Norge, met twaalf man aan boord,
onder wie Amundsen, Ellsworth, de bouwer van het luchtschip,
de Italiaan Umberto Nobile en piloot Hjalmar Riiser-Larsen,
na een vlucht van 16 uur, over de geografische noordpool.
De Noorse, Amerikaanse en Italiaanse vlaggen worden naar
beneden gegooid. Omdat de laatste tijd getwijfeld wordt
aan het waarheidsgehalte van Robert Peary's bewering dat
hij als eerste de geografische noordpool bereikte in 1909,
gaan velen ervan uit dat Amundsen naast 90° zuiderbreedte ook als
eerste 0° noorderbreedte bereikte. Dat Roald Amundsen de grootste
poolreiziger uit de geschiedenis is, staat buiten kijf.
De Norge
De laatste reis
Maar zelfs de allergrootsten zijn niet onkwetsbaar. In
mei 1928 stort de Italia, het nieuwe luchtschip
van Umberto Nobile, neer in het noordpoolgebied. Hoewel
het tussen Amundsen en Nobile de laatste tijd niet meer
botert, twijfelt de Noor geen moment en gaat met vijf anderen
met het Franse vliegtuig de Latham op zoek naar
de onfortuinlijke Italiaan. Drie uur nadat het vliegtuig
is opgestegen, verliest men alle contact met Amundsen. Nobile
wordt door een ander reddingsteam op 22 juni gered, maar
van Amundsen en zijn vijf bemanningsleden wordt nooit meer
iets vernomen.
|