Adrien
de Gerlache de Gomery
Adrien
de Gerlache de Gomery wordt op 2 augustus 1866 geboren in
Hasselt. Zijn vader, Auguste, is een telg van een oud officierengeslacht.
Hij trouwt op 29 juni 1863 met Emma-Thérèse
Biscops uit Antwerpen. Zij krijgen drie kinderen: Adrien,
Gaston en Louise-Marie-Félicie.
Het gezin verhuist van Hasselt naar Brussel. Adrien loopt
er vanaf 1872 school in het Oger-Laurent-Instituut. In 1882
moet hij kiezen welke verdere studies hij wilt doen. Adrien
droomt van een zeemanscarrière en wil naar de marine.
Zijn vader is daar echter faliekant tegen. Hij stuurt zijn
oudste zoon naar de Polytechnische School van de ULB (Université
Libre de Bruxelles) en meer bepaald naar de Faculteit Toegepaste
Wetenschappen.
Een leven op zee
Vader of geen vader, de lokroep van de zee is onweerstaanbaar
voor Adrien. Tijdens de universiteitsvakantie vaart hij
in 1883 als scheepsjongen mee met de Waesland,
een stoomboot, van Antwerpen naar New York en terug. Een
jaar later doet hij er nog een schepje bovenop. Eerst vaart
hij mee met de Rhynland, opnieuw naar New York.
En pas terug op vaderlandse bodem scheept hij in op de Switzerland
voor een retourtje Philadelphia.
Op
22 oktober 1885 krijgt Adrien zijn getuigschrift van de
ULB. Zijn professoren zijn vol lof over hem. Nu hij zijn
diploma heeft en vader tevreden is, doet Adrien zijn goesting
en treedt hij op 19 januari 1886 toe tot de marine. Hij
volgt de zeevaartschool in Oostende.
De praktijk laat niet lang op zich wachten. In 1886 is
hij aspirant-officier op enkele visserijwachtschepen van
de Belgische kustwacht. Om ervaring op te doen op de grote
vaart, scheept hij op 31 oktober 1887 als matroos in op
de Engelse driemastbark Craigie Burn. De reis naar
San Francisco duurt twaalf maanden. Adrien krijgt te maken
met woeste stormen. In die mate zelfs dat het schip zwaar
gehavend raakt in de buurt van Vuurland. Met veel moeite
slaagt de kapitein erin Montevideo (Uruguay) te bereiken,
waar het schip niet zeewaardig bevonden wordt. Op een ander
schip, het Noorse zeilschip President, geraakt
Adrien uiteindelijk terug in Europa.
Begin 1889 slaagt Adrien voor zijn examen en behaalt hij
het brevet van tweede luitenant op de grote vaart. In dat
jaar reist hij op verschillende schepen naar Constantinopel
en de Zwarte Zee, New York en Buenos Aires. Op 1 oktober
1890 wordt Adrien de Gerlache tot luitenant benoemd. Hij
krijgt een baan op de veerbootlijn Oostende-Dover en in
1884 bij de dienst der visserijwachtboten. Hij oefent deze
jobs zonder veel enthousiasme uit. Adrien wil een avontuurlijker
leven.
Naar Antarctica
In 1881 hoort hij dat de Zweed Adolf Nordenskjöld
een expeditie naar Antarctica voorbereidt. Adrien biedt
onmiddellijk zijn diensten aan, maar krijgt nooit een antwoord.
Nordenskjöld kampt met financiële problemen en
de expeditie gaat niet door. De Zweed zal pas
in 1901 naar Antarctica vertrekken.
Dan zet ik zelf maar een expeditie naar Antarctica op poten,
moet Adrien gedacht hebben. Wat hem uiteindelijk lukt. De
Belgica-expeditie zal de geschiedenis ingaan als
de eerste wetenschappelijke expeditie naar Antarctica en
de eerste expeditie die in het zuidpoolgebied overwintert
(meer over
de Belgica-expeditie).
Op 30 juni 1898 wordt Adrien de Gerlache tot eerste luitenant
benoemd. Na een lange periode van verplichte rust (de zuidpoolexpeditie
heeft veel van zijn krachten gevergd), trekt hij einde 1900
opnieuw naar het zuiden. Niet zover als Antarctica deze
keer. De bestemming van de Selika is Kerguelen.
De Antwerpse zakenlui André Mols en Robert Osterrieth
willen de Franse archipel exploiteren. Adrien zorgt ervoor
dat de reis naast een economisch ook een wetenschappelijk
doel krijgt. Daarom varen ook de Franse natuurvorsers Jules
Bonnier en Charles Pérez mee. Onderweg krijgt de
bemanning te horen dat het Frans Koloniaal Bestuur geen
toestemming voor de expeditie geeft. De Selika
raakt niet verder dan de Perzische Golf, waar de bemanning
hun tijd vult met het vangen van pareloesters.
Standbeeld van Adrien
de Gerlache in Ushuaia
(foto: Jeroen François)
In 1902 wordt het boek van Adrien, Vijftien maanden
in Antarctica, bekroond door de Académie Française.
Maar hij springt pas echt een gat in de lucht wanneer hij
hoort dat de Fransman Jean-Baptist
Charcot een expeditie naar Spitsbergen voorbereidt.
Adrien doet er alles voor om mee te mogen. Meer nog, hij
weet Charcot ervan te overtuigen zijn plannen te wijzigen
en naar Antarctica
te reizen. Adrien helpt bij het inrichten van het schip,
de Français, en vaart mee richting het zuidpoolgebied.
Maar in de Braziliaanse haven Pernambuco stapt Adrien van
het schip wegens meningsverschillen met Charcot en heimwee
naar een vrouw.
En die vrouw heet Suzanne Poulet. Met deze Française
stapt Adrien de Gerlache in 1904 in het huwelijksbootje.
Suzanne schenkt Adrien een zoon, Philippe, en een dochter,
Marie-Louise.
Expedities in het noordpoolgebied
In 1905 heeft hertog Philippe van Orléans grootse
plannen. Hij wil in het hoge noorden op ijsberenjacht gaan
en is daarom op zoek naar een geschikt schip. De Belgica
lijkt hem wel wat. Hij neemt contact op met Adrien de Gerlache.
Die kan de hertog ervan overtuigen om er een wetenschappelijke
expeditie van te maken. Bestemming wordt Oost-Groenland.
Het schip, met alweer een internationale bemanning aan boord,
vertrekt op 3 juni 1905 vanuit het Noorse Tromsö. Op
12 september is Adrien opnieuw in Oostende. De expeditie
is een succes geworden. Er werd heel wat belangrijk onderzoek
verricht voor de kust van Spitsbergen en Oost-Groenland.
De hertog van Orléans is zo in zijn nopjes met de
Belgica, dat hij het schip koopt. Gevolg is dat
de hertog en Adrien nog een paar keren samen het ruime sop
kiezen. In 1907 staat de Karische Zee op het programma.
In de zomer van 1909 vaart de Belgica naar Groenland,
Spitsbergen en de Frans-Jozefarchipel. Alweer wordt wetenschappelijk
onderzoek afgewisseld met de hobby van de hertog: op ijsberen
jagen.
De Belgica in de Karische Zee
In 1913 scheiden Adrien de Gerlache en Suzanne Poulet.
Een jaar later adviseert Adrien niemand minder dan Ernest
Shackleton bij het kopen van het schip de Polaris,
dat de Ier later zal omdopen in de Endurance.
Dit bewijst welk hoog aanzien Adrien genoot bij zijn collega-poolreizigers.
Eerste Wereldoorlog
In 1914 breekt de Eerste Wereldoorlog uit en Adrien ontpopt
zich tot een echte patriot. In de haven van Oostende helpt
hij met de inrichting van een landingspost voor het Britse
leger. Hij inspecteert ook de maatregelen die getroffen
zijn om andere kuststeden te verdedigen. In augustus 1914
helpt hij bij de evacuatie van vluchtelingen naar Groot-Brittannië.
Later dat jaar verkast Adrien naar Christiana in Noorwegen.
Niet om de oorlog te ontvluchten, maar om de Noorse bevolking
bewust te maken van de oorlogsellende die de Belgen moeten
ondergaan. In 1915 publiceert hij een geïllustreerd
boek, Le pays qui ne veut pas mourir (Een land
dat niet wil sterven). Het boek, dat Adrien opdraagt aan
zijn broer Gaston, die op 2 augustus 1915 is gesneuveld,
groeit in Scandinavië uit tot een bestseller.
Een jaar later trekt Adrien naar Zweden om ook in dat land
een bewustmakingscampagne te voeren. Via onder meer tentoonstellingen
van Belgische kunstenaars probeert hij vooral de high society
te bereiken.
Op
28 december 1918 hertrouwt Adrien. Zijn nieuwe vrouw is
een Zweedse: Elisabeth Höger (1883-1962). Een jaar
later, op 17 november 1919 wordt Gaston geboren, genoemd
naar Adriens gesneuvelde broer.
Laatste jaren
Na de oorlog wordt Adrien technisch raadgever van de regering.
Hij werkt een plan uit voor de opleiding van de marineofficieren.
Adrien moet tot 1926 wachten, ondanks al zijn verdiensten,
om benoemd te worden tot inspecteur-generaal van de marine.
Twee jaar later is hij al directeur-generaal.
In 1934 wordt Adrien de Gerlache ernstig ziek (paratyfus).
Hij overlijdt op 4 december 1934. Zijn zoon Gaston zal later
in zijn voetsporen treden.
Het graf van Adrien de Gerlache in Brussel
|