Pagina 1 2
3 4 5
6 7
8 9
10
Barrientos Island
(26 januari 2008)
De Drake zit er bijna op. We naderen de South Shetland
Islands. We hebben 's nachts de Antarctische Convergentie
overschreden, een gordel water van ongeveer 40 kilometer
breed waar de koude, noordwaarts gerichte stromingen onder
de warmere, circulerende stromingen zinken. De Antarctische
Convergentie vormt de natuurlijke begrenzing van het zuidpoolgebied.
We zitten nu dus echt in Antarctica. En dat merken we meteen.
Niet alleen aan de koudere temperatuur, want tussen de mistsluiers
door ontwaren we op enige afstand een wit gevaarte: onze
eerste ijsberg, uiteraard veelvuldig gefotografeerd.
Onze eerste ijsberg
(foto: Jeroen François)
Megan Tierney geeft een lezing over pinguïns. Nuttige
kennis voor onze landing die 's avonds op het programma
staat. Ook krijgen we de film Antarctic & Héritage
te zien van Henri de Gerlache. En met het oog op onze eerste
landing wordt al onze buitenkleding met stofzuigers gezuiverd
om te voorkomen dat uitheemse flora (zaden of sporen verstopt
in de naden van jassen en rugzakken) het fragiele evenwicht
tussen de zowat 350 Antarctische soorten verstoort.
Namiddag zien we voor het eerst land: Nelson Island dat
deel uitmaakt van de South Shetland Islands. De Polar
Star navigeert zich tussen Robert Island en Greenwich
Island en langs deze weg bereiken we onze bestemming: de
Aitcho Islands. Dit doet Japans aan, maar de eilanden kregen
hun naam van het Britse Hydrographic Office ('HO').
Zicht op de Polar Star
vanop Barrientos Island
(foto: Jeroen François)
Rond half negen 's avonds springen we voor het eerst in
de zodiacs en racen we naar Barrientos Island (62° 24'
zuiderbreedte en 59° 44' westerlengte), een van de Aitcho
Islands. Het kleine eilandje van 1,5 kilometer lang, met
een hoogte van 70 meter, is druk bevolkt met kinband- en
ezelspinguïns. Om de dieren niet te storen, volgen
we een met rode vlaggen afgebakende weg.
Ezelspinguïn
(foto: Jeroen François)
Kinbandpinguïn
(foto: Jeroen François)
De mist is ondertussen weggetrokken en onder een stralende
zon laten we ons entertainen door de pinguïns, die
zich niet veel van ons aantrekken en gewoon voort doen met
hun gewaggel, geklim, gevecht, gezwem en hun zorg voor hun
kuikens. Volgens de richtlijnen van IAATO
(International Association of Antarctica Tour Operators)
houden we ons aan een afstand van minimaal vijf meter van
de dieren. Op het uurtje dat we aan land zijn, moeten wellicht
alles samen duizenden foto's getrokken zijn.
Ezelspinguïn
(foto: Jeroen François)
Ezelspinguïn
(foto: Jeroen François)
Het rotsachtige eiland is bedekt met groen mos en veel
guano. Toch valt de stank nog mee. Geregeld vliegen zuidpooljagers
en reuzenstormvogels
over de pinguïnkolonie op zoek naar eieren, kuikens,
of zieke pinguïns. De pinguïns laten zich niet
zomaar doen. Met zijn vijven stormen ze met wijd opengesperde
bek op een skua af die wat te dicht bij hun nest komt. De
roofvogel deinst verschrikt een paar meter achteruit, maar
doet even later toch een aanval op een kuiken. Het leven
van een pinguïn is hard, hoe schattig ze er ook mogen
uitzien.
Skua tussen de pinguïns
(foto: Jeroen François)
Om 23u30 zijn we terug aan boord en genieten we nog na
van onze eerste succesvolle landing.
Volgende
pagina >>
terug
naar overzicht reisverhalen
|