Antarctische
pelsrob
Wetenschappelijke naam: Arctocephalus gazella
Andere naam: Kerguelenzeebeer
Engelstalige naam: Antarctic fur seal
Aantal: Minstens 2 tot 4 miljoen dieren.
Beschermingsstatus: Veilig (IUCN, 2008)
Waar te vinden: Antarctische pelsrobben komen voornamelijk voor op de sub-Antarctische eilanden. Zich voortplanten doen ze bij voorkeur op de zandstranden van South Georgia. South Georgia is de thuishaven van 97 procent van alle Antarctische pelsrobben. In de winter trekken ze noordwaarts naar warmere wateren.
Lengte: Vrouwtje 1,2 meter – Mannetje 1,9 meter
Gewicht: Vrouwtje 45 kilogram – Mannetje 188 kilogram
Uiterlijke kenmerken: De Antarctische pelsrob is een oorrob. Hij heeft een donkere grijsbruine tot koolzwarte vacht, met een grijzige gloed over de manen, de rug en de flanken. Vrouwtjes zijn grijzig van kleur. De buikzijde is lichter van kleur, met een roomkleurige borst en keel. De snuit is kort, breed en spits. De oorschelpen zijn lang.
Antarctische pelsrob
op Deception Island
(foto: Het Laatste Continent / Jeroen François)
Voortplanting: Van mei tot oktober verblijven de dieren op open zee. De volwassen mannetjes trekken eind oktober, begin november naar een strand waar zij een territorium afbakenen. Twee tot drie weken later komen de vrouwtjes op deze stranden aan om te werpen. In december worden de welpen geboren. Het jong heeft bij de geboorte een zwarte vacht. De eerste zes dagen zoogt het moeder haar jong. Acht dagen na de worp zijn de vrouwtjes weer ontvankelijk. In deze periode verdedigen de mannetjes hun territorium fel tegen de buren, en proberen ze de vrouwtjes binnen het territorium te houden. Een succesvol mannetje paart met tot wel vijf vrouwtjes. Na de paring trekt het vrouwtje naar zee om voedsel te zoeken. Ze keert van tijd tot tijd terug om haar achtergebleven jong te laten zogen. Wanneer moeder weg is, verzamelen de jongen zich in groepjes aan het uiteinde van het strand, zover mogelijk van de zee af. Bij terugkeer roept het moeder haar jong met een herkenbare roep. Moeders herkennen hun jongen aan de roep die de jongen dan terugroepen, en aan de lichaamsgeur. De jongen worden gezoogd op een afgelegen, beschutte plaats, meestal bovenop een graspol.
Voedsel: Pelsrobben eten krill, vis en pijlinktvis.
Bedreigingen: De belangrijkste natuurlijke vijand voor de Antarctische pelsrob is de orka. Jonge pelsrobben worden aangevallen door zeeluipaarden. Eind negentiende eeuw was de Antarctische pelsrob bijna uitgestorven door de pelsjacht. In de jaren veertig is de jacht aan banden gelegd. Sindsdien zijn hun aantallen weer toegenomen, waardoor de soort tegenwoordig in relatieve veiligheid verkeert. Op South Georgia alleen al leven nu ongeveer een miljoen exemplaren.
Weetjes:
- In tegenstelling tot andere robben kunnen ze zich zeer snel voortbewegen op het ijs. Dat hebben ze te danken aan hun sterk ontwikkelde achterste ledematen waarop ze steunen om vooruit te komen.
- Hij dankt zijn soortnaam gazella aan de SMS Gazelle, een Duits schip dat het eerste exemplaar naar Europa bracht.
- Mannetjes worden gemiddeld 15 jaar oud, vrouwtjes 25.
- Antarctische pelsrobben werpen hun jongen op haast exact dezelfde locatie als waar ze zelf geboren zijn. En ook jonge pelsrobben doen dit. Dit is opmerkelijk, want na hun geboorte verlaten ze de kolonie en blijven gedurende vijf jaar op zee. Na deze periode komen de vrouwtjes terug aan land om op hun beurt pups te baren. Dankzij de radiozenders die onderzoekers van BAS op 335 pas geboren zeehonden plaatsten, blijkt dat ze gemiddeld op slechts 12 meter afstand van hun eigen geboorteplek hun jongen werpen. Soms verschilt dit zelfs nauwelijks twee meter. Een ongelofelijke prestatie omdat de Antarctische pelsrobben in zee vaak grote afstanden afleggen, zelfs tot aan Uruguay en het Antarctische Schiereiland. De onderzoekers weten niet zeker hoe ze dit voor elkaar krijgen. Mogelijk maken ze gebruik van een soort inwendig kompas die hen naar de juiste locatie op het juiste strand leidt. Deze eigenschap is typisch voor vogels en zeezoogdieren die jaarlijks naar hun broedkolonies trekken. Maar geen enkel dier is zo accuraat als de Antarctische pelsrob. En hoe ouder ze zijn, hoe nauwkeuriger hun 'gps-systeem'. Voor de pelsrobben heeft de terugkeer naar dezelfde plaats enkele voordelen. Ze zijn omringd door bloedverwanten. En om inteelt te voorkomen, hoeven ze maar naar een andere buurt te trekken om een partner te vinden
Meer info:
|