Potvis
Wetenschappelijke naam: Physeter macrocephalus
Engelstalige naam: Sperm whale
Aantal: Onbekend.
Beschermingsstatus: Kwetsbaar (IUCN, 2008).
Waar te vinden: De potvis komt in alle oceanen voor, van Antarctische, via koude en gematigde tot tropische wateren. Enkel de mannetjes wagen zich in de Zuidelijke Oceaan. In de zomer brengen ze de vrouwtjes in warmere wateren een bezoek om te paren.
Lengte: 8 tot 18 meter
Gewicht: 13 tot 56 ton
Uiterlijke kenmerken: De potvis is de grootste tandwalvis. Het dier is te herkennen aan zijn stompe kop die een derde van zijn lichaamslengte kan meten. Zijn lichaamskleur is donkergrijs en in het licht van de zon vaak bruinig. Een potvis heeft alleen zichtbare, puntige tanden in de onderkaak. De witte littekens zijn veroorzaakt door pijlinktvissen. Hij heeft geen rugvin, eerder een bult.
Potvis
Voortplanting: Potvissen planten zich zeer traag voor. Ze werpen in de zomer of in de herfst en krijgen eens in de vier tot zes jaar een kalf. Na het spenen vormen de jonge dieren een groep, maar vrouwtjes zogen hun laatste jong soms wel 15 jaar lang. Volwassen vrouwtjes sluiten zich aan bij hun familiegroep. De mannetjes vormen kudden van vrijgezellen die kleiner worden naarmate de walvissen groeien. De zeer grote mannetjes leven sterk verspreid. Tijdens de paartijd sluiten tot ongeveer vijf mannetjes zich aan bij een familiegroep, ongeveer één mannetje op tien vrouwtjes. Ze verlaten de groep al na enkele uren en gaan vervolgens op zoek naar een andere groep met paringswillige vrouwtjes.
Voedsel: Een potvis eet gemiddeld per dag drie procent van zijn eigen lichaamsgewicht aan prooidieren. Hij eet voornamelijk pijlinktvis en octopus, al gaan andere vissen en zelfs haaien er soms ook wel in.
Bedreigingen: In de 18de, 19de en 20ste eeuw werden ze massaal bejaagd voor hun olie, in die mate dat de potvis bijna uitgestorven was. Sinds 1985 is de jacht verboden. Hedendaagse bedreigingen zijn milieuvervuiling, verdrinking in visnetten, aanvaring met grote schepen, opeten van zwerfvuil en geluidsoverlast (bv. sonar van marineschepen).
Weetjes:
- De potvis is het zoogdier dat het diepst duikt, tot maar liefst 3 kilometer diep. Ze kunnen tot 90 minuten onder water blijven.
- Potvissen kunnen 70 jaar en ouder worden.
- De merkwaardige vorm van de kop wordt veroorzaakt door het spermaceti-orgaan in het voorhoofd, dat zo'n 3000 liter wasachtig materiaal, het walschot, bevat. Dit orgaan helpt de potvis bij het duiken en stijgen. Door afkoeling wordt de was hard en zwaarder dan water en de potvis zinkt zonder veel inspanning. Door verwarming smelt de was, wordt lichter en helpt de potvis weer te stijgen. De temperatuur van het walschot kan de potvis controleren door middel van de doorbloeding: als veel bloedvaten in het spermaceti-orgaan open zijn stijgt de temperatuur.
- De hersenen van de potvis wegen meer dan 9 kilo. Het zijn de grootste hersenen op Aarde.
- De potvis is het zoogdier dat het luidste geluid produceert (en het tweede luidste geluid van alle dieren, na de pistoolgarnaal). Hij zou prooidieren kunnen verlammen door deze extreem harde geluiden uit te stoten, maar dit is niet bewezen.
- Hij gebruikt laagfrequente klikken voor echolocatie en communicatie. Klikken worden soms gerangschikt tot georganiseerde patronen of ‘coda’s’, die mogelijk de sociale interactie tussen dieren bevorderen als die elkaar treffen na een scheiding. De potvis brengt ook ‘gekraak’ voort, een snel geklik op een steeds hogere frequentie. Die kan gebruikt worden om prooi op korte afstand te traceren.
Meer info:
|