Aantal: minstens 2,6 miljoen paren; 10 miljoen onvolwassen dieren
Beschermingsstatus: Gevoelig (IUCN, 2012)
Waar te vinden: Adéliepinguïns vind je zelden ten noorden van 60° zuiderbreedte. Ze blijven altijd ten zuiden van het poolfront. Hun leefgebieden bevinden zich op het Antarctische continent en op nabij gelegen eilanden. Ze wonen het liefst tussen het pakijs, maar kleine kolonies vestigen zich ook op de Zuid-Shetland-, de Zuid-Orkney en Zuid-Sandwicheilanden.
Lengte: 70-71 cm
Gewicht: 3,8 tot 8,2 kg
Uiterlijke kenmerken: De Adéliepinguïn is de op een na kleinste pinguïn in Antarctica (de kleinste is de rotsspringer). Hij is gemakkelijk herkenbaar door zijn zwarte kop, kin en rug en zijn witte buik.
Adéliepinguïn
(foto: Het Laatste Continent / Jeroen François)
Voortplanting: In oktober/november, van zodra de broedgebieden sneeuwvrij zijn, leggen Adéliepinguïns één of twee eieren, die elk 100 tot 125 gram wegen. De eieren worden in 30 tot 40 dagen afwisselend door elke ouder uitgebroed. Deze korte broedperiode (kinband- en ezelspinguïns broeden langer) is te wijten aan de korte Antarctische zomer.
Pasgeboren kuikens worden door de ene ouder bebroed, terwijl de andere naar zee gaat om voedsel te zoeken. De ouders wisselen elkaar om de twee dagen af. Na 22 dagen is het kuiken groot genoeg en gaan beide ouders samen naar zee om voedsel te zoeken. De kuikens verzamelen zich in kleine groepjes van drie tot twintig jongen: de crèche. Dit vermindert het risico om door roofdieren opgepeuzeld te worden en houdt de kuikens ook warm. Na 52 tot 61 dagen krijgen de kuikens veren.
Jachtgewoonten: Adéliepinguïns duiken tot 40 meter diep. Ze achtervolgen hun prooi waarbij ze onder water heen en weer zwenken.
Japanse onderzoekers zijn erin geslaagd om de jachttechnieken van adéliepinguïns te filmen door de dieren
uit te rusten met bewegingssensoren en kleine camera's
Voedsel: De Adéliepinguïn eet vooral krill, maar ook vis en pijlinktvis.
Bedreigingen:Reuzenstormvogels en zuidpooljagers vallen kuikens aan in de kolonies. Zeeluipaarden en orka’s jagen op jonge pinguïns en volwassenen in zee. De opwarming van de Aarde is verantwoordelijk voor het dalend aantal dieren. In de Rode Lijst van IUCN is de Adéliepinguïn in 2012 van de categorie 'Veilig' in die van 'Gevoelig' beland.