Antarctische stern
Wetenschappelijke naam: Sterna vittata
Engelstalige naam: Antarctic Tern, Wreathed tern
Aantal: Naar schatting 140.000 vogels.
Beschermingsstatus: Veilig (IUCN, 2013)
Waar te vinden: De meeste sub-Antarctische eilanden, langs de kusten van het Antarctisch Schiereiland, Nieuw-Zeeland en sommige streken in Zuid-Amerika en Zuid-Afrika. Het is de sternsoort die het meest in Antarctica voorkomt.
Spanwijdte: 74-79 cm
Lengte: 32-40 cm
Gewicht: 114-205 gr
Uiterlijke kenmerken: De Antarctische stern lijkt erg op de Noordse stern, maar hij heeft een zwarte kap op zijn grijze kop en lange staartveren. Beide hebben ze bloedrode snavels en rode poten. De onderzijde is voornamelijk wit, soms met grijze strepen. De rug is rookgrijs.
Antarctische stern (foto: Serge Ouachée )
Voortplanting: Antarctische sterns nestelen in kolonies in rotsachtige gebieden aan de kust of iets het land in. Rond het Antarctisch Schiereiland vestigen ze hun kolonies meestal op vlakke kiezelgrond weg van het strand. Midden november legt het vrouwtje één of twee eieren. Beide ouders broeden het ei gedurende 23 dagen uit. Na 25 dagen zijn de kuikens zelfstandig, maar ze blijven nog een poosje bij de ouders.
Voedsel: Vooral kleine vis zoals Antarctische haring en krill.
Bedreigingen: Hun grootste vijand zijn zuidpooljagers die het gemunt hebben op hun eieren en kuikens.
Weetjes:
- Antarctische sterns zijn hun broedgebieden niet altijd trouw. Soms veranderen ze elk seizoen.
- Antarctische sterns leven in groep. Vissen doen ze samen, soms met honderden tegelijk.
- Ze volgen geen schepen.
Meer info:
|