Kleine zuidpoolkip
Wetenschappelijke naam: Chionis minor
Engelstalige naam: Lesser Sheathbill, Black-faced Sheathbill
Aantal: 13.000 tot 20.000 vogels.
Beschermingsstatus: Veilig (IUCN, 2012)
Waar te vinden: De kleine zuidpoolkip leeft enkel op sub-Antarctische eilanden in de zuidelijke Indische Oceaan: de Prince Edward Islands, de Crozet Islands, Kerguelen en Heard Island.
Spanwijdte: 74-79 cm
Lengte: 38-41 cm
Gewicht: 450-760 gr
Uiterlijke kenmerken: De kleine zuidpoolkip heeft een zwarte snavel en roze oogringen. De kleur van de poten varieert van roze tot zwart, afhankelijk van de ondersoort.
Kleine zuidpoolkip (foto: Dominique Filippi)
Voortplanting: De kleine zuidpoolkip nestelt altijd in de nabijheid van broedkolonies van pinguïns of andere zeevogels. Broeden doet hij vanaf oktober. Het vrouwtje legt één tot vier eieren die gedurende 27 tot 33 dagen bebroed worden. Na 55 tot 60 dagen zijn de jonge vogels zelfstandig.
Voedsel: Het is een alleseter. Ze zoeken vis, krill en ander voedsel in de buurt van de broedkolonies van zeevogels. Voor karkassen, menselijk afval en pinguïneieren en –kuikens hebben ze ook veel belangstelling.
Bedreigingen: Globaal gezien niet bedreigd. Op Île aux Cochons en delen van Kerguelen gaat hun populatie sterk achteruit door de aanwezigheid van verwilderde katten.
Weetjes:
- Deze vogel heeft vier ondersoorten: een die op Kerguelen woont, een die op de Iles Crozet leeft, een die je op de Marion en Prince Edward Islands vindt en een laatste die op Heard Island en de McDonald Islands verblijft.
- IJshoenders zijn de enige vogels in Antarctica die geen zwemvliezen hebben.
Meer info:
|
