Witkinstormvogel
Wetenschappelijke naam: Procellaria aequinoctialis
Engelstalige naam: White-chinned Petrel
Aantal: Ongeveer 7 miljoen vogels.
Beschermingsstatus: Kwetsbaar (IUCN, 2012)
Waar te vinden: Je vindt de witkinstormvogel over de ganse Zuidelijke Oceaan. Ze komen ook voor in het zuiden van Australië, Peru en Namibië. Broeden doet hij op eilanden als South Georgia, de Prince Edward Islands, de Crozet Islands, Kerguelen, Auckland Island, Campbell Island en de Antipodes Islands.
Spanwijdte: 134-147 cm
Lengte: 51-58 cm
Gewicht: 1,28-1,39 kg
Uiterlijke kenmerken: Het verenkleed van de witkinstormvogel is donderbruin, met wit rond het gezicht en de kin. De snavel is bleek.
Witkinstormvogel (foto: Wikipedia / Mjobling)
Voortplanting: De witkinstormvogel begint in november of december te broeden in zelf uitgegraven legers op begroeide hellingen of op vlak terrein. Het vrouwtje legt één ei dat gedurende 57 tot 62 dagen bebroed wordt. Na 87 tot 106 dagen is de jonge vogel zelfstandig.
Voedsel: Weekdieren, vis en schaaldieren. Ze volgen geregeld schepen voor de voedselresten die overboord worden gegooid. Ze hebben ook veel belangstelling voor visafval dat van treilers wordt gekieperd.
Bedreigingen: Ze zijn kwetsbaar, omdat ze vaak het slachtoffer zijn van uitheemse zoogdieren en weka's.
Weetjes:
- Ze zijn groter dan pijlstormvogels. Hun manier van vliegen is duidelijk herkenbaar aan de trage vleugelslagen en lange zweefvluchten, hoog boven de golven.
Meer info:
|
