Gewone duikstormvogel
Wetenschappelijke naam: Pelecanoides urinatrix
Engelstalige naam: Common Diving-petrel, Georgian Diving-petrel
Aantal: Meer dan 4 miljoen broedparen.
Beschermingsstatus: Veilig (IUCN, 2012)
Waar te vinden: De gewone duikstormvogel bewoont het hele sub-Antarctische gebied, maar je vindt ze ook meer noordelijk, gewoonlijk tussen 35° en 55° zuiderbreedte. Je ziet ze eveneens in de wateren ten zuiden van Australië en Nieuw-Zeeland.
Spanwijdte: 32 cm
Lengte: 18-22 cm
Gewicht: 90-150 gr
Uiterlijke kenmerken: Aan de bovenzijde zijn ze donker, aan de onderzijde wit. Ze hebben korte, ronde vleugels. Hun snavel ziet er lang en smal uit omdat de zijkanten parallel lopen tot vlak bij de punt. De poten zijn blauw.
Voortplanting: De gewone duikstormvogels bouwen hun nest op vlakten aan de kust, op hellingen van kliffen en achter stabiele duinen. Ze nestelen in legers of in tunnels van 25 tot 150 cm lang, 0,2 tot 1 meter diep en met een ingang met een diameter van 5 tot 8 cm. Tussen juli en december legt het vrouwtje één ei dat gedurende 53 dagen uitgebroed wordt. Het duurt 45 tot 59 dagen voordat de jonge vogel zelfstandig is.
Voedsel: Voornamelijk schaaldieren, en vooral krill en roeipootkreeft als ze de kuikens grootbrengen.
Bedreigingen: Australische bruine kiekendieven, kelpmeeuwen, zuidpooljagers en reuzenstormvogels jagen op zowel jonge en volwassen vogels. Op eilanden zijn ook katten en ratten grote vijanden. Vee en schapen vertrappelen soms de legers waarin ze nestelen.
Weetjes:
- De gewone duikstormvogel werd in 1773 ontdekt in de Queen Charlotte Sound tijdens de tweede reis van James Cook naar het zuiden.
- Zoals zijn naam al aangeeft, is het een uitmuntende duiker. Hij vliegt vlak boven het water met snelle vleugelslagen en kan dwars door golven vliegen. Als hij zich bedreigd voelt door een naderende boot of een roofdier, duikt hij in het water en gebruikt hij zijn vleugels om zich onder water voort te bewegen.
Meer info:
|