Roetkopalbatros
Wetenschappelijke naam: Phoebetria palpebrata
Engelstalige naam: Light-mantled Sooty Albatross
Aantal: Naar schatting 58.000 vogels.
Beschermingsstatus: Gevoelig (IUCN, 2012)
Waar te vinden: De roetkopalbatros zwerft over de Zuidelijke Oceaan, van het pakijs, zelfs tot 78° zuiderbreedte, tot 35° zuiderbreedte. Broeden doet hij op verschillende sub-Antarctische eilanden zoals de Prince Edward Islands, de Crozet Islands, Kerguelen, Heard Island, Macquarie Island, Campbell Island, de Auckland Islands, de Antipodes Islands en South Georgia. Buiten het broedseizoen zie je hem enkel boven zee.
Spanwijdte: 180-220 cm
Lengte: 78-90 cm
Gewicht: 2,5-3,7 kg
Uiterlijke kenmerken: Het zijn grijze vogels met een roetbruine kop en vleugels.
Roetkopalbatros (foto: Vincent Legendre)
Voortplanting: De roetkopalbatros broedt om de twee jaar. Hij bouwt zijn nest op klifrichels. Het nest is gemaakt van modder en turf en is afgebakend met gras. Hij bouwt zijn nest apart of in kleine kolonies. Het vrouwtje legt één ei in oktober of november. De kuikens worden geboren in december of januari en zijn zelfstandig in mei of juni. Beide ouders bouwen het nest, bebroeden het ei en brengen het kuiken groot.
Voedsel: Vooral pijlinktvis, maar ook vis, schaaldieren en aas, meestal pinguïnkarkassen.
Bedreigingen: De commerciële langelijnvisserij eist een grote tol. De vogels raken in de netten verstrikt en verdrinken.
Weetjes:
- De roetkopalbatros verlaat zijn kolonie soms voor uitstapjes van bijna 1000 kilometer om voedsel te zoeken.
Meer info:
|