Duifprion
Wetenschappelijke naam: Pachyptila turtur
Engelse benaming: Fairy prion
Aantal: Naar schatting 5 miljoen vogels.
Beschermingsstatus: Veilig (IUCN, 2012)
Waar te vinden: Er is weinig bekend over de verspreiding van duifprions, maar ze komen waarschijnlijk rond de gehele pool voor. Broeden doen ze op de meeste sub-Antarctische eilanden. De winter brengen ze door in de subtropische wateren aan de kust van Australië en Zuid-Afrika.
Spanwijdte: 56-60 cm
Lengte: 23-28 cm
Gewicht: 88-175 gr
Uiterlijke kenmerken: Ze zijn kleiner en minder donker dan de breedbekprion. De zwarte vlek op het uiteinde van de staart is aan de bovenkant breder. De blauwe snavel is smal en heeft een bolvormige tip.
Duifprion (foto: Wikipedia / Sabine's Sunbird)
Voortplanting: De duifprion broedt in legers op kliffen en rotsen, maar ook wel op grasland met weinig vegetatie. Ze leggen in september een ei dat gedurende 55 dagen wordt uitgebroed. Na de geboorte duurt het 43 tot 56 dagen om het kuiken groot te brengen. Daarna verlaten alle vogels de kolonie.
Voedsel: Voornamelijk krill.
Bedreigingen: Jagers zijn hun grootste vijand.
Weetjes:
- De duifprion is de kleinste van alle prions.
- De snavel van de duifprion is aangepast om voedsel te zeven. De vogel heeft ook een specifiek gedrag ontwikkeld, het hydroplaneren, om hiervan te profiteren. Hij scheert over het wateroppervlak tegen de wind in, waarbij zijn lijf op het water rust, maar deels wordt ondersteund door de wind die onder zijn gespreide vleugels doorstroomt. Door zijn snavel open aan het oppervlak te houden, of zijn kop geheel onder te dompelen, zeeft hij zijn zwemmende prooi uit het water. Daarbij zwaait hij soms zijn kop van links naar rechts.
Meer info:
|