Witkopstormvogel
Wetenschappelijke naam: Pterodroma lessonii
Engelstalige naam: White-Headed Petrel, White-Headed Fulmar
Aantal: Naar schatting 200.000 vogels.
Beschermingsstatus: Veilig (IUCN, 2012)
Waar te vinden: Ze komen overal in het sub-Antarctisch gebied voor, van 30° zuiderbreedte tot aan het pakijs. Broeden doen ze op de meeste sub-Antarctische eilanden, met uitzondering van South Georgia.
Spanwijdte: 109 cm
Lengte: 40-46 cm
Gewicht: 580-810 gr
Uiterlijke kenmerken: De witkopstormvogel heeft een witte kop. Ook de onderzijde is wit en contrasteert met de donkere ondervleugels. Het wit van de keel en de kop wordt grijs op de mantel en wordt nog donkerder naar de staart toe. Een brede zwarte vlek rond de ogen geeft hem een gemaskerd uiterlijk.
Witkopstormvogel (foto: World Register of Marine Species / Peter Ryan)
Voortplanting: De witkopstormvogel begint in november of december te broeden in zelf uitgegraven legers op vlak grasland. Het vrouwtje legt één ei dat gedurende ongeveer 60 dagen bebroed wordt. Na 102 dagen is de jonge vogel zelfstandig.
Voedsel: Weekdieren en schaaldieren.
Bedreigingen: Ze zijn globaal gezien niet bedreigd, maar vele witkopstormvogels zijn het slachtoffer van katten, ratten en zuidpooljagers.
Meer info:
|